Drie gedichten van Joke Clazing


Tenslotte


Wie kent het mandje nog,
Met boodschappen gevuld,
Uitgereikt op de drempel,
Van de volwassenheid.
Het deksel opgetild,
Geeft het ze prijs.

Dan fluistert het:
Je kunt niet,
Je weet niet,
Je mag niet,
Je moet!
Gesmede sleutels,
De vrijheid weggesloten.

Maar
Over de paden,
Langs de bloemen,
Door de beken,
Onder de bomen,
In het dal,
Voel je de sleutels,
In je zak.
Gloeien,
zoeken,
Naar het slot
Dat gevonden wil.

Heel vroeg nog,
Hangen er nevels
boven het veld,
trillen je vleugels,
voorzichtig gespreid,
op weg naar
de warme stroming.


15 okt. 2012

Over-bruggen


Eenmaal de kinderjas ontgroeid,
Moeten we op reis.
Vol verwachting,
Bang,
Of met reeds een
Halfgevulde tas.

Hoe zijn we toegerust,
Met verhalen,
Staf en kaart,
Doch tastend in het duister,
Onkundig van
De kuilen
In de onbekende weg.

Op ieders tocht,
Hangen er takken,
Striemt de hagel,
Glijden voeten over
Wilde twijfels.

Wie niet het
Ogenschijnlijk uniform draagt,
Moet telkens bruggen slaan,
Om zich te laten kennen.

Uit de rots gehouwen,
Het smalle pad
Langzaam breder.

Of gebouwd van
Vermoeide oude planken,
De treden uitgesleten,
Reikend naar de overzij.

Weer op de oever,
Uit de nevel gestapt,
In het heldere licht,
Op zoek naar
De open blik.


11-11-2012

Ontsloten


Na zoveel jaren
Zal de wereld
Het beeld
Kunnen zien.

De worsteling
Met het slot,
De bloem slechts
Half ontvouwen,
Gevangen in
De begrenzing
Van toen.

Handen op de klink
Hielden de deur gesloten,
Bij gebrek aan vertrouwen,
In ontplooiing en groei.

Maar
Als het verlangen in
Het donker zucht
Stuwt soms de tijd,
Gloort het licht,
Ontsnapt een snik,
Vinden de vingertoppen
De sleutels.

Buiten
Streelt de wind,
Fluistert:
Vogel,
Spreid je vleugels,
Neem de ruimte,
Koester je
In de zon.


17 november 2012



***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website