een verhaal van Firmin Criel
Op de zon na is Sirius de ster die het dichtst bij de aarde staat. Rond dit hemellichaam draait de Paasplaneet. De bewoners zijn hazen, die op twee poten lopen. De grote specialiteit van de planeet is de productie van chocolade, die bestemd is voor paaseieren voor de bewoners van de planeet Aarde. De Paashaas is hun koning. Wanneer nodig zoekt Zijne Doorluchtigheid de Paasfee op in haar grot, waar ze dokter, psychiater, ombudsvrouw en sociale assistente speelt. Regelmatig staan veel inwoners bij haar in de rij. Ja, de Paasfee heeft hier veel te zeggen.
Nog niet zo lang geleden overleed de oude Paashaas. Zijn opvolger, die nog maar pas ingezworen was, moest voor het eerst
de chocolade samenstellen, nodig voor de goede paaseieren voor de aardse kinderen. Om die basisgrondstof te mogen bereiden, diende de Paashaas een zware cursus te volgen, gevolgd door een examen. Tijdens de opleiding was alles goed gegaan. Nu het ernst werd, viel het hebben van die verantwoordelijkheid niet mee. Hij had al enkele pogingen ondernomen, doch alles liep verkeerd af. Wat kon de bewindvoerder beter doen dan zijn licht opsteken bij de Paasfee? Zo gezegd, zo gedaan. Hij ging naar haar grot, waar ze op haar troon zat. Mevrouw was gekleed in een chocoladebruin pak en een lichtbruine mantel. In haar handen had de Fee een toverstaf.
Wanneer de koning zich bij haar aanmeldde, vroeg ze naar de reden van zijn komst: "Goede morgen Sire, wat kan ik voor u doen?" "Mevrouw, ik heb uw raad nodig. Ik probeerde al chocolade voor paaseieren te bereiden, maar bij elke poging loopt er iets mis. Ofwel is de chocolade te hard, ofwel is ze te zacht. Ik heb al van alles geprobeerd, maar niets wil lukken," klaagde de Vorst.
"Hebt u tijdens uw opleiding niet goed opgelet?" vroeg de Fee streng.
"Toch wel mevrouw, tijdens de opleiding ging alles goed."
"Breng mij enkele van uw bereidingen. Ik zal ze bestuderen. Als u dat vandaag nog doet, weet u morgen wat u te doen staat," raadde de vrouw de koning aan.
"Goed, ik zal uw raad opvolgen. Nog deze middag krijgt u de monsters," beloofde de Paashaas.
Thuis nam hij stalen van de bereidingen van de verschillende soorten chocolade en bracht ze naar de Paasfee. Direct zette de dame zich aan het werk en onderwierp de stalen aan een grondige studie. De volgende dag riep ze de vorst bij zich en deelde mee: "Ik heb uw bereidingen van de chocolade onderzocht. Ik stel vast dat er iets ontbreekt dat op de werkelijke betekenis van het paasfeest betrekking heeft. U moet dringend naar de aarde, waar u in Israël iets moet zoeken, wat op het leven van Jezus betrekking heeft. Dat kan water zijn uit één van de meren waarop hij ooit gevaren heeft. Ik stel voor dat u vandaag nog vertrekt."
"Goed mevrouw, deze middag ga ik de ruimte in," kondigde de koning aan.
Die middag ging hij naar het vliegveld, waar de ruimteschepen stonden. Hij kreeg de toelating naar de aarde te vertrekken. Enkele minuten na het opstijgen zag hij zijn planeet niet meer. Op weg naar de aarde passeerde hij de planeten Pluto, Uranus, Neptunus, Saturnus, Jupiter en Mars. De aarde was een mooi liefelijk bolletje in het blauw, afgewisseld met bruingroene vlekken en veel witte wolken. Boven Israël zag hij verschillende meren. Hij raadpleegde de kaart op zijn computer. Hij vond het Meer van Galilea. In de bijbel hadden reiziger daar veel over gelezen. Als de koning daar eens zijn kruikje met water vulde. Gauw verliet hij het ruimteschip en wandelde op het strand naar het water. Als zijn kruikje gevuld was, liep hij terug naar zijn schip en steeg op.
In de omgeving van de planeet Pluto raakte zijn brandstof op. Tot de thuisbasis bereikt was moest de piloot nog een hele tijd vliegen. Dat zou hij nooit halen. Tenslotte landde de astronaut op de planeet Pluto. Hier was het donker en erg koud. De zon was hier niet meer dan een grote ster, die nauwelijks de planeet verlichtte. Wat een verschil was dit met de aarde en met zijn thuisbasis, waar het overdag licht was en erg warm kon zijn. Na wat rondgekeken te hebben, riep de Paashaas zijn thuisbasis op: "Hier Paas 02!... Hier Paas 02!... Ik roep de Paasplaneet op!... Ik roep de Paasplaneet op, over!"
"Hier de Paasplaneet, wat scheelt er Paas 02, over?"
"Ik zit zonder brandstof. Ik bevind me op de planeet Pluto. Kom gauw asjeblieft! Over!"
"We komen zo snel mogelijk. Steek voor alle zekerheid uw buitenverlichting aan, zodat we u goed zien. Op Pluto is er nauwelijks licht van de zon, over!"
"Doe ik, over!"
"Mooi zo, tot straks, over en out!" was het slot van het gesprek.
Na de micro terug in de houder geplaatst te hebben, stak hij de buitenverlichting van zijn ruimteschip aan, kwestie van goed zichtbaar te zijn voor een collega, die hem kwam redden. Terwijl hij wachtte, nam hij de bijbel. Hij wilde wel eens weten wat er over dat meer in dat boek stond. Was er geen verhaal bekend, waarin Jezus de storm beheerste? Of was dat misschien op een ander meer?
Na een lange tijd van geduld en wachten arriveerde de redder. De piloot van het grote ruimteschip schoof het kleinere broertje naar binnen, samen met de Paashaas. Verder verliep de reis naar huis naar wens.
Terug in zijn labo bereidde de Paashaas nieuwe chocolade. Deze keer mengde hij er het water uit het meer van Galilea onder. Met de bereiding trok hij naar de Paasfee, die haar zegen gaf met haar toverstaf, zodat de hoeveelheid chocolade vermeerderde. Tenslotte vloog de Paashaas met zijn vrachtje chocolade naar Rome, waar de paaseieren in de klokken gedeponeerd werden. Met Pasen van het volgend jaar vonden de kinderen de paaseieren in de tuin…
Dit verhaal van de paashaas is terug te vinden in de grote verhalenbundel 'Firmin vertelt', van Firmin Criel. Daar staan meer verhalen van zijn hand in, die ooit in Pointe gepubliceerd werden. Het boek bestaat ook als daisy-CD. Prijs € 10,00.
***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website