Taal

een column van Martin Doorn

Onlangs heb ik de boekjes over de Nederlandse taal van Paulien Cornelissen gelezen. Heel aardig, hoe Cornelissen opmerkt welke trends er de laatste jaren in het Nederlands zijn ontstaan. Van zestig jaar geleden kan ik mij zelfs het woord 'mieters' nog herinneren, dat vooral gebruikt werd door meisjes op middelbare scholen. Ook het 'weet je wel' uit de jaren zestig ligt nog vers in het geheugen. 'Cool, vet en wreed' zijn van recenter datum. Deze woorden komen en gaan. Ze veranderen niets aan de taal. Ik ben niet echt een taalpurist, maar zo langzamerhand maak ik mij wel zorgen over het Nederlands. Een taal leeft en verandert door invloeden van buiten af. Kijk maar eens naar de vele Franse en Engelse woorden die het Nederlands zijn binnengeslopen en die we nauwelijks nog als niet-Nederlands herkennen. De laatste jaren echter gaat de Nederlander steeds krommer spreken. Vooral het onnodig invoegen van een hulpwerkwoord is opvallend. Bijvoorbeeld: 'Ik ga je bellen'. Het werkvoord 'gaan' is hier overbodig. Je kunt gewoon zeggen: 'Ik bel je'. Nog een paar: 'Ik ga je zien' en 'Ik ga zien wat er van gaat komen'. Laatst hoorde ik zelfs: 'Ik ga je toegeven'. Met betrekkelijke voornaamwoorden worden ook steeds meer fouten gemaakt. En niet alleen door buitenlanders. Je hoort: 'Het huis die ik ga kopen'. Het paard die in de wei loopt. Ook alle betrekkelijke voornaamwoorden vervangen door 'wat', is steeds vaker het geval. Zoals: 'Het kind wat viel'. Of: 'Het gras wat te lang is'. Fouten die je dagelijks hoort en die niemand meer opvallen zijn: Er liepen een aantal paarden in de wei'. Het onderwerp is hier 'een aantal paarden'. Dat is enkelvoud. Het moet zijn: 'Er liep een aantal paarden in de wei'. Gehad en gekregen, de voltooide deelwoorden van respectievelijk: hebben en krijgen, worden veelvuldig onderling uitgewisseld. Bijvoorbeeld: 'Wij hebben veel reacties gehad'. Het verhaspelen van spreekwoorden en gezegden is ook aan de orde van de dag. Het laatste voorbeeld hiervan hoorde ik onlangs op de radio van een boekrecensente. Ze zei: 'Ik voelde mij als een kat in een nauw pakhuis'. Zelfs op 'Van Dale' kan je niet meer rekenen. In Van Dale staat het gezegde: 'De kantjes er af lopen'. Dat is onjuist. Het woordje er moet weg. In de 17e eeuw hadden rijke mensen lambriseringen van tegeltjes met Bijbelse voorstellingen. Kinderen die nog niet naar bed wilden gingen deze voorstellingen bestuderen. Zo konden ze het naar bed gaan uitstellen. Je mocht een kind toch niet afhouden van het bestuderen van Bijbelse voorstellingen. Dus liepen zij de kantjes af. Zo konden ze treuzelen om naar bed te gaan. Zo staan er nog meer fouten in Van Dale. Tot slot. Ik ben twee jaar geabonneerd geweest op het blad 'Onze Taal'. Je mag toch verwachten dat in zo'n blad goed Nederlands wordt geschreven. Niet dus. Als je een e-mail stuurt aan de redactie met de opgemerkte fouten krijg je als antwoord: 'Het is spreektaal'. Maar gauw mijn abonnement opgezegd.


***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website