POINTE van juni 2009 biedt u de volgende inhoud:



01. VAN DE REDACTIE

02. Vier gedichten van Marc van Caelenberg onder het thema ‘Dorpsgezichten’

03. DE NATUUR, DE CIRKEL, DE POËZIE EN DE MUZIEK…., EEN BESCHOUWING VAN Wim van Kooten

04. ERGENS OVER, een gedicht van Jaap van der Hoest

05. OUDE HEER EN JONGE MAN IN EEN HAAGS PARK. Een Indonesisch verhaal van Alam Darsono, uit zijn nagelaten werk

06. Zes gedichten van Bert Joung, uit zijn gedichtenbundel ‘Aan de horizon’

07. DE AANZEGGER, een verhaal van Frans Tak

08. LEEFTIJDEN EN JAARTALLEN, een benadering van beleefde tijd, van Jaap van der Hoest

Deze editie wordt afgesloten met de COLOFON, waarin het adres van de redactie wordt vermeld. Kopij voor en correspondentie over de inhoud van Pointe kunnen naar dit adres gestuurd worden. Ook per e-mail kunt u zich tot de redactie richten. Het e-mail-adres is:
jvdhoest@kabelfoon.nl
U wordt van harte uitgenodigd tot inzending van reacties en bijdragen. Ook kunnen boeken en gedichtenbundels voor een recensie worden ingezonden. Meer over Pointe en de volledige inhoud van vorige nummers kunnen gelezen worden op de toegankelijke website www.alamdarsono.nl

VAN DE REDACTIE

Hoe moet ik mijn gevoel beschrijven in een tijd dat in dit land een man met een onbeschaamd grote mond, met ongenuanceerde kreten en het uit de weg gaan van een normale gedachtewisseling zoveel steun krijgt van de kiezers? Ik voel mij er in ieder geval niet goed bij. Ik vind het erg dat onze beschaving door veel mensen kennelijk niet belangrijk gevonden wordt. Want beschaving heeft toch met nuances te maken, met aandacht voor kleine verschillen, in tegenstelling tot een grof en zonder redelijkheid over één kam scheren van mensen en situaties. Hoe kan er een hype onstaan die bestaat uit het met het rode potlood steunen van een partij die goedbeschouwd alleen maar ‘tegen’ van alles en nog wat en voornamelijk tegen een godsdienst is? Dan moet er toch iets aan de hand zijn met veel van onze medeburgers? Hebben zij geen vermogen tot een kritische benadering? Apen zij anderen na zonder enige vorm van uitwisseling van gedachten? Is het niet schokkend op de televisie een willekeurig op straat geïnterviewde burger op de vraag ‘wat gaat u stemmen?’ te horen antwoorden: “Wat dacht u?” Alsof het vanzelfsprekend is dat een normaal mens slechts op die ene ‘tegenpartij’ kan stemmen en er niet meer waargenomen, geredeneerd en geconcludeerd zou moeten worden.
Dat in onze samenleving en in onze politiek alles botertje tot de boom is, wil ik niet beweren. Maar daarmee is eigenlijk slechts aangegeven dat er problemen zijn, die ik van doorlopende en van actuele aard zou willen noemen. Daaraan kan niet zomaar voorbijgegaan worden. De samenleving als geheel en de burgers die er deel vanuit maken weten zich voor het bieden van oplossingen geplaatst. Het past niet dat oplossingen die aangedragen worden louter met een zuur ‘nee’ of een bot ‘tegen’ tegemoetgetreden worden. Oppositie kan in een democratie niet slechts uit negatief trappen tegen de regering en andere partijen zijn. Er is debat nodig. Het moet gaan om een positieve rol in democratisch getoonzette situaties. Van alle deelnemers aan de democratie mag verwacht worden dat hun inzet en hun functioneren gericht is op overtuiging, waarmee besluiten genomen kunnen worden. In de politieke arena moet het gaan om een fair en gepast ernstig spel van vertegenwoordigers die staan voor de inhoud van hun verkiezingsprogramma’s en het voortschrijdende denken van hun partijen. Zo’n machinerie kan als ingewikkeld bestempeld worden. Bovendien is er voor burgers die zich niet in de onderwerpen van bespreking hebben verdiept (bijvoorbeeld door er over te lezen) vermoedelijk sprake van (slaapverwekkende) saaiheid. Helaas, wordt een al te simpele onderbreking daarvan gevonden in het maken van ophef. Uit een grote mond klinkt dan ‘knettergek’ in de richting van een minister of wordt ‘geen millimeter’ geroepen als er reden zou kunnen zijn voor enige overtuiging en toenadering in de richting van een oplossing.
Er is onvrede in de samenleving over nieuwkomers die anders leven, kennelijk niet één op één de dominerende Nederlandse normen overnemen en een godsdienst hebben die in een negatieve sfeer terecht is gekomen. Daarbij komt dat kinderen van bepaalde groepen van nieuwkomers zich onmaatschappelijk en agressief gedragen in de richting van gewone Nederlandse burgers. Dat boezemt angst en weerzin in. En dan ontstond er in 2008 een kredietcrisis die zich ontwikkelde tot een economische recessie. Dit geheel schiep een klimaat, waarin de man met de grote mond en zijn partij veel stemmen verkreeg van kiezers die kritiekloos volggedrag hebben vertoond. Zij gaan voor een onbekend gelijk, dat zij achteraf laten invullen door die ene, door de leider.
Er kan gezegd worden, dat het maar om Europese verkiezingen ging en dat de navolgers van de leider toch niets klaar maken in de grote setting van het Europese parlement, waarin zij bovendien nietige eenlingen zullen blijven zonder aansluiting bij grote fractieverbanden. Op zich zit in deze benadering veel waars, maar daar mag geen berusting van uitgaan. Waakzaamheid blijft geboden. Ik begin mij pas weer goed te voelen in onze democratische samenleving als er weer beschaafd wordt gedebatteerd, er ruimte is voor nuances en burgers bereid zijn om zich te laten overtuigen. Ik verwacht een positieve houding van mijn medeburgers. Bij hun volgende gang naar de stembus kunnen zij zich spijtoptant betonen. En ik vertrouw in het bijzonder op schrijvers en dichters. Zij kunnen een komma plaatsen en wendingen geven die kritiekloos volggedrag voorkomen. Voor een beschaafde samenleving vind ik hen onmisbaar.

7 juni 2009, Jaap van der Hoest

***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van de website