een benadering van beleefde tijd, van Jaap van der Hoest
Soms heeft hij dat, en ook wel eens vaker. Het komt, eenvoudig gezien, neer op rekenen met leeftijden en jaartallen en zodoende raakt hij ook wel van de hoofdweg af en dan waaieren zijn gedachten uit rond personen en herinneringen in het algemeen.
Meestal begint hij bij zijn huidige leeftijd, 55 jaar, en denkt dan, bijvoorbeeld, terug aan de tijd dat zijn vader even oud was als hij nu is. Toen was hij zelf 25 jaar. Hoe zag zijn leven er op die leeftijd uit? Dat levert een sprong terug in de tijd op. Dan moet hij zijn hersenen in de gelegenheid stellen om herinneringen op te laten komen. Actuele concentraties op praktische zaken moeten hievoor opzij gezet worden. Eigenlijk moeten de omstandigheden op zulke momenten zo zijn dat hij kan terugvallen op routine. Zijn hoofd wordt, als dat lukt, door hemzelf bepaald en vervolgens voor het opborrelen vrijgemaakt en niet belast door zijn aandacht voortdurend opeisende omstandigheden.
Hoe zag zijn leven eruit, toen hij 25 jaar jong was? Voorop gezet kan worden dat hij student was. Hij studeerde rechten, had zijn kandidaats gehaald en bevond zich in de doctoraalfase van zijn studie. Het volgen van keuzevakken om uiteindelijk twee afstudeerrichtingen op te bouwen vroeg weliswaar veel tijd van hem, maar hij onderging dat als een aangename ervaring. O ja, hij woonde nog thuis. Het was 1979. Zijn moeder was twee jaar eerder op 49-jarige leeftijd weer gaan werken, zo’n 25 jaar nadat zij vanwege haar huwelijk ontslag had gekregen. Zo waren de regels in 1952. Mannen waren kostwinners en vrouwen dienden zich tot het huishouden te beperken. De tijd liet zich kenmerken door wederopbouw en welbeschouwd waren veel vooroorlogse normen en waarden weer opgepakt. In 1977 – het jaar waarin het kabinet Den Uyl zijn einde had gezien - was de samenleving drastisch veranderd en het was al lang niet bijzonder meer dat een huisvrouw in deeltijd werkte. Zijn moeder ging ’s morgens naar kantoor en hij was dan doorgaans nog thuis als student. De prettiige bijkomstigheid van deze situatie was dat hij zijn bijna 10 jaar jongere broer een beetje in de gaten kon houden bij zijn gaan naar school en zaken die daarbij komen kijken.
Nadat zijn broer 25 jaar geworden was, werd hij 35. Zo’n 9 jaar was hij al geen student meer. Hij was jurist en diende de afdeling bouw- en woningtoezicht van een gemeente door er de juridische zaken ter hand te nemen. Hij moest de kwaliteit van besluiten over aanvragen om bouwvergunning helpen bevorderen en bezwaarschiften behandelen. Als burgers verder wilden procederen moest hij de gemeente vertegenwoordigen bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State. Op deze leeftijd, 35, was hij getrouwd. Inmiddels is dat 20 jaar geleden. Met zijn huwelijk was ook zijn woonplaats veranderd. Van een grote stad was hij naar een kleine stad verhuisd. Zodoende geraakte hij in een geheel nieuwe levenssituatie. Daar kwam nog eens een extra dimensie bij toen hij, inmiddels 36 jaar, vader werd. Dat was 19 jaar geleden, in 1990. Het zou niet bij een dochter blijven. Achttien maanden later kregen zijn vrouw bij de al rondlopende dochter een zoon. Dat is bijna 18 jaar geleden.
De leeftijden van zijn ouders waren, onvermijdelijk, ook toegenomen. Toen hij trouwde was zijn moeder 60 en zijn vader telde 65 jaren. Dat betekende dat zijn vader net met pensioen was gegaan op het moment dat hij zich in de echt verbond. Van een vervroegd uittreden op basis van een vut-regeling was geen sprake geweest. Gedurende 51 jaren had zijn vader gewerkt, na op 14-jarige leeftijd als timmerman opgeleid de ambachtschool verlaten te hebben. Dat was in 1938 geweest, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Op het moment dat de Duitsers ons land binnenvielen, was zijn vader 16 jaar jong. Op de morgen van 10 mei 1940 was hij op de fiets naar zijn werk op vliegveld Waalhaven gegaan. Wonende op de noordelijke zijde van Rotterdam moest hij de Maas over. Bij de brug werd hij bruut toegeroepen door een Nederlandse militair die – achteraf gezien - in dekking tegen Duits geweervuur lag. Zijn vader restte niets anders dan huiswaarts te keren. De oorlog was begonnen, vliegveld Waalhaven werd vernietigd en zijn timmermans-gereedschap zag hij nooit meer terug. Als hij zich indenkt dat zijn zoon nu ruim een jaar ouder is dan zijn vader toen, ontkomt hij niet aan de constatering van een wereld van verschil, in meer dan één opzicht.
Bij een wereld van verschil trekken zijn gedachten naar zijn vrouw. Zij is bijna 31 jaar in Nedeland. In 1978 had zij haar thuis in Jakarta verlaten om, op 23-jarige leeftijd, bij één van haar in Maassluis wonende zussen van haar moeder in te trekken. Een kleine 10 jaar later zou hij haar leren kennen. Kort na die kennismaking was een gezamenlijke reis naar Indonesië gevolgd. Hij was 34 jaar en kwam in een onbekende wereld, die hij betrad met informatie uit wat hem inmiddels was verteld, uit geschreven media en van televisiebeelden. Het was een ingrijpende ervaring geweest. Goede herinneringen bewaart hij aan de momenten dat hij met zijn (latere) schoonvader voor het huis zat in een bijzondere sfeer: warm en veel straatgeluiden van passerende auto’s, ander gemotoriseerd (soms toeterend) verkeer en geluiden van allerlei rondtrekkende verkopers met de aandacht trekkende geluiden. In die tijd werd zijn schoonvader 68 jaar. Hij zou niet ouder worden dan 70 jaar, na een hartaanval gekregen te hebben. Typisch Indonesische omstandigheden – geen ambulance met spoed naar het ziekenhuis en ook nog eens in de file staan - hadden een mogelijkheid om te kunnen overleven in de weg gestaan. Toen zijn vrouw en hij trouwden, waren zijn schoonouders naar Nederland gekomen voor een verblijf van 3 maanden. Zodoende hadden de wederzijdse ouders elkaar kunnen leren kennen. Zijn schoonvader overleed 3 weken voordat zijn zoon werd geboren. Zijn dochter was anderhalf jaar. Zijn kinderen hebben hun opa in Jakarta nooit kunnen ontmoeten, de één niet vanwege de grote afstand en de ander vanwege zijn nog ongeboren staat. Het eerste bezoek van zijn gezin aan de familie in Indonesië zou twee jaar later, in 1993, plaatsvinden. Er zouden, met tussenpozen van 4 jaar, nog 3 van deze uitgebreide familiebezoeken volgen. De laatste keer was in 2005 geweest. Zijn dochter was 15, zijn zoon nog net geen 14 en zijn schoonmoeder vierde tijdens hun bezoek haar tachtigste verjaardag, met balonnen en slingers uit Nederland.
Met 55 is ook een ander begin te maken. Het is de tweede helft van 1955, het jaar waarin zijn vrouw werd geboren. Ook zijn zus had in dat jaar haar eerste levenslicht gezien. Een diversiteit van aanknopingspunten dient zich hierbij aan. Hij wil dat nu niet uitwerken. Hij wenst voldoende over te houden voor momenten als hij moet wachten op een trein, een bus of in een saaie wachtkamer.
***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de eerste pagina van de website