een gedicht van Julius Schellens
Mona Lisa,
een bezoek aan jouw vele jaren geleden
veroorzaakte in mij een esthetische explosie,
die nu nog in mijn herinnering staat gebeiteld.
Mona Lisa,
oog in oog stond ik met je,
slechts gescheiden door een glazen omlijsting.
Vanaf een donkere muur keek je me afstandelijk aan.
Toch maakte je een onuitwisbare indruk,
verhuld in doffe kleuren;
gespeend van elk te fel zonlicht,
dat de schaduwen te diep zou maken.
Over je gelaat lag een zacht gouden schijnsel,
verleidelijk en toch beheerst;
direct herkenbaar en toch immer ongrijpbaar.
Mona Lisa,
Jouw blik was een ware fascinatie:
warm, mysterieus en onomkoombaar.
Er was niets anders
dan die diepe duistere spiegel van jouw ogen.
Of toch, ook die glimlach,
kalm en sereen.
Mona Lisa,
Niemand is aantrekkelijker, intelligenter, boeiender.
Iedereen die naar je kijkt voelt hetzelfde,
wordt de enige persoon in jouw wereld.
Het is vleiend maar ook gekmakend.
Uit jezelf geef je immers niets prijs.
Parijs 1985 Westmeerbeek 2011
Als ziende kunstliefhebber stond ik zowat 35 jaren geleden oog in oog met haar.
Nu welden de emoties na zovele jaren in me op.