VAN DE REDACTIE


Een land dat meent supermacht te moeten zijn, is bevreesd voor omstandigheden en personen die het op zijn positie voorzien zouden hebben. En dan ziet dat land zich verplicht ten opzichte van zichzelf om zijn verdediging te maximaliseren. In deze tijd van een hoge technologische ontwikkeling en mogelijke bedreigingen op diverse niveaus - van hoog (andere landen) tot laag (systeemvijandige individuen) – heeft dat bijbehorende consequenties. Ik heb de Verenigde Staten van Amerika op het oog. Onlangs heeft een als klokkenluider aangeduide man bekend gemaakt hoe de National Security Agency in het geheim de uitwisseling van gegevens en telefoonverkeer volgt. Het gaat om een uitgebreide, internationale interesse die geëffectueerd wordt door middel van een nieuw ontwikkeld project, dat de naam PRISM heeft gekregen. Via de grote netwerken – zoals Google, Apple, Yahoo, Facebook en Skype – wordt vrijelijk gesnuffeld in o.a. e-mails, chats, foto’, video’s en digitale archieven. Wie deze Amerikaanse snuffelzucht niet in zijn privacysfeer wil laten doordringen, moet beschermingsmaatregelen treffen. Om dat effectief te kunnen doen is technische kennis nodig. Dat versleutelen van gegevens een oplossing zou kunnen zijn, is eenvoudig gezegd. Maar hoe moet je dat doen? Simpele geheimtaal zal niet volstaan. Of is het al voldoende om een drempeltje op te werpen door zo min mogelijk de Engelse taal te gebruiken? En om vertaalwerk niet op voorhand gemakkelijk te maken – stel dat hiervoor computers zouden kunnen worden ingezet -, zou gangbaar Nederlands vermeden moeten worden. Het niet gebruiken van rechtstreekse taal en clichés levert al enige stroefheid bij vertalen op. Het regelmatig hanteren van niet-alledaagse spreekwoorden en originele metaforen verergert dat nog eens. Zo zal het snuffelwerk niet zomaar van een leien dakje kunnen gaan. Amerikanen die gegevens in de Nederlandse taal willen onderzoeken, moeten weten dat hun luie snuffelneus met Engelstalige fixatie niet volstaat. Zij moeten Nederlands gaan leren en zich prijs geven aan de positieve bijwerkingen die daarvan het gevolg zijn: kennismaking met de Nederlandstalige literatuur. Zover is het echter nog niet. En wellicht menen lieden die aan de Amerikaanse geldkranen zitten dat het mogelijk om overbodige uitgaven zou gaan en de inzet van vertaalsoftware kostenbesparend werkt. Deze gedachte moet dan in de kiem gesmoord worden. Hiervoor is de medewerking van alle Nederlandstaligen nodig, die laten zien dat niet zomaar vat op hun taal gekregen kan worden. De werkwijze is, dat in databestanden die besnuffeld kunnen worden – en daarbij kunnen e-mails voorop geplaatst worden – literair wordt geschreven of stukjes literatuur, mogelijk van eigen hand, worden opgenomen. Daarmee worden dan voorproefjes gegeven en kan de smaak voor het Nederlands en zijn fraaie uitingsvormen worden opgewekt. Waar snuffelwerk via een serieuze aanpak en heuse interesse voor een werkgebied toe zouden kunnen leiden!
Er is echter nog een andere invalshoek bij de supermacht die op digitaal gebied totale beheersing wil nastreven. Dat betreft degenen die buiten het zicht van de altijd maar toeziende ‘Grote broer’ willen blijven. Zij zouden het digitale gebied moeten mijden. Zij zouden het gewone papier en de briefvorm die vanouds heeft bestaan in ere moeten herstellen. Gebruikmakend van het grondwettelijke recht op briefgeheim zouden zij ‘onbesnuffeld’ kunnen communiceren. Het zal tot meer bedachtzaamheid bij het schrijven leiden, want er kleeft meer werk aan deze methode. Het regelmatig kopen van postzegels en enveloppes en de wandelingen naar de brievenbus mogen, immers, niet vergeten worden. Dat is wel iets meer dan een rappe klik op de verzendknop op het beeldscherm van de computer of hedendaagse remplacant. En dan stuit wie van het papieren briefverkeer gebruik wil maken ook nog op de in de ban van efficiëntie geraakte PostNL. Dit postbedrijf heeft al hier en daar in het land zijn brievenbussen weggehaald om het legen ervan met meer voortvarendheid ter hand te nemen. En daar zal het niet bij blijven, want er is inmiddels een groot snoeiplan aangekondigd. Dat levert een stimulans op om af te zien van postverkeer op papier. Hier zullen de in digitale sferen snuffelende Amerikanen niet om treuren.

12 juni 2013, Jaap van der Hoest

***
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website