Festivaltour


een verhaal van Joke Clazing

Toen onze oudste met popfestivalkaartjes voor hem en z'n broer thuiskwam, besloten wij mee te gaan. Onze jongste was nog geen zestien en wij wilden niet dat iemand zich verantwoordelijk voor hem moest voelen. De hele groep vond het best en Rock Werchter werd het eerste festival.
Omdat we al jaren met onze zonen plus hun vrienden in ons campertje door Engeland trokken, heb ik er geen seconde over nagedacht of ik zoiets als blinde moeder wel zou kunnen. Achteraf maar goed ook.
We hoefden eigenlijk alleen voor het ontbijt te zorgen. Eten en drinken deden we wanneer we daar zin in hadden, of in afwachting van het volgende concert. Wat een vrijheid.
Ik was niet voorbereid op de enorme hoeveelheid lawaai. 's nachts van mensen die verder wilden feesten en overdag van het geluidsniveau van de muziek. Maar als je besluit je niet te ergeren, beleef je iets heel bijzonders.
We dompelden ons onder in de geluidsgolven. Liepen hand in hand over het terrein en luisterden afwisselend bij de Chilli Pepers, of bij Ramstein, terwijl onze jongeren in de tent gingen dansen. Daar waagde ik mijn oren echter niet aan. We lagen op dekens op het gras, zaten aan een picknicktafel te eten en raakten in een droomsfeer. Daarbij verdween 'de gewone wereld' helemaal naar de achtergrond. Wij leerden van onze jongens hoe van een popfestival bezoek te genieten.
Wat me erg ontroerde was de vreedzame sfeer. Ooit stonden we met zestigduizend mensen naar Metallica te luisteren. Na afloop moest iedereen door een paar poortjes het terrein verlaten. Geen ergernissen, geen agressie of geduw; een hele hoopvolle ervaring. Terwijl ik een politiepaard aaide vertelde de berijder dat hij het ook altijd heel bijzonder vond om daar te werken.

Na Werchter ontdekten we Lowlands, dat zich als festival heel anders ontwikkelde. Er was niet alleen muziek maar ook theater en voordracht. Plus het genoegen van een theetuin. Als blind mens raak je soms een beetje 'op een eiland', waarbij de muziek alle geluiden en gesprekken overstemt. Daar was dan even de rust om mij over het geziene te vertellen.
Toen mijn vriend thuisbleef, besloten onze jongeren unaniem dat ik toch mee zou gaan. Er volgden drie heerlijke dagen met bijzondere momenten. Op het terrein ging ik van hand tot hand, zogezegd. De één droeg me na verloop van tijd over aan zijn vriend, omdat hij iets ging eten. De ander aan zijn broer, omdat hij zijn vriendin op ging zoeken. Ze namen me mee langs de hippiewinkeltjes met de zachte, kleurige kleren en sieraden. En natuurlijk moesten ze met me naar de wc's, op een popfestival een bijzonder geurige ervaring. Ik voelde me de rijkste vrouw van Nederland.

Een paar jaar geleden besloten we naar Sziget in Hongarije te gaan: volgens zeggen het neusje van de zalm onder de popfestivals. Maar wat was het een eind rijden! En met het campertje moesten we er vroeg zijn, wilden we nog een plekje kunnen bemachtigen. Met wat bluf kon ik onze gasfles voor inleveren behoeden. Die willen ze namelijk altijd veiligheidshalve innemen. Maar Er is niks heerlijkers dan je eigen stevige kop koffie om je na zo'n nacht vol geluiden wakker te schudden.
Weer liepen we rond, nu over een enorm terrein. We proefden exotisch eten, dronken sap en water om niet uit te drogen en lieten ons door de klanken overspoelen.
Sziget is een eiland middenin Boedapest, dus namen we er de boot naartoe. Ik ervoer het als een bloedhete, stenen stad. Waarschijnlijk miste ik een belangrijk deel van het moois, omdat mijn armen nou eenmaal niet tot in de hemel reikten.
We gingen naar de souna en het zwembad in een gebouw waar je overal met de vergane glorie werd geconfronteerd. Over de marmeren trappen, op de terrassen met de gehavende muren. Ook reden we in een stokoud trammetje. Toch had ik dit niet willen missen.
Wat ik wel confronterend vond was de houding van de bewakers van het festival. Ze bleken uitstekend gedrild in het uitoefenen van het gezag. Geen discussie, geen empathie, luisteren moesten we!

De laatste jaren kom ik meestal alleen op kleine festivalletjes, hoewel we het er af en toe over hebben misschien nog eens naar Glastenbury te gaan. Moet je daar immers niet ook geweest zijn, als doorgewinterde festivalganger?

Festival


een gedicht van Joke Clazing


Mag ik wel
De zachte woorden lenen
Voor een beeld
Van de sterrenregen
van de jongste tijd?


de droom
van liggen op de deken op het gras,
mijn hoofd tegen je veilige rug,
die niet van later spreekt,
doch nu de kille avondlucht verdrijft.


De klanken,
die in golven overtrekken,
honing op de wonden strijken,
in mijn haren fluisteren,
dat ik ooit
de liefde kan vertrouwen.


de tijd,
die mij vleit in broze vrede,
vederlicht mijn wang beroerend
uit ontelbaar velen
rond mij opgeneveld.

1 juli 2003



***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website