POINTE van AUGUSTUS 2006 biedt u de volgende inhoud:


01. VAN DE REDACTIE

02. UITGEBREIDE INFORMATIE over de ontmoetingsdag op 30 september 2006

03. DRIE GEDICHTEN van Jean Bos

04. VOORPUBLICATIE van de eerste twee hoofdstukken van de roman "Madeleine in de ongeziene wereld", van Alam Darsono, welke roman zal worden gepresenteerd op de ontmoetingsdag op 30 september 2006

05. HET OLIFANTJE, een kort verhaal van Firmin Criel

06. AARDIG OM TE WETEN, mededelingenrubriek van de redactie

Deze editie wordt afgesloten met de COLOFON, waarin tevens het adres van de redactie wordt vermeld. Kopij voor en correspondentie over de inhoud van Pointe kunnen naar dit adres gestuurd worden. Ook per e-mail kunt u zich tot de redactie richten. Het e-mail-adres is: jvdhoest@kabelfoon.nl U mag u van harte uitgenodigd weten tot inzending van reacties en bijdragen. Meer over Pointe kan gelezen worden op de website www.alamdarsono.nl

VAN DE REDACTIE

Je knalt niet in één keer een verhaal, gedicht of een dialoog op papier. Schrijven is werken en verwerken. Eerst moet het hout gezaagd worden en vervolgens moet er worden geschaafd, gevijld, geschuurd en in de lak worden gezet. En gladjes verloopt dat niet allemaal. Soms werkt het materiaal tegen, omdat er, bijvoorbeeld, een knoest in zit. Een andere keer verzet het gereedschap zich tegen een goede samenwerking. Ik voer nu geen nieuw gegeven op. Ook begeef ik mij thans niet achter schermen die schrijfprocessen verborgen hebben gehouden. Het is zelfs zo, dat ik mij welbeschouwd richt tot lezers die voor een belangrijk deel zelf regelmatig met schrijven doende zijn. Toch vind ik het juist om af en toe – zoals nu - even stil te staan bij de inspanning die nodig is om het resultaat – dat de lezer tot zich kan nemen - te verkrijgen.

Oh ja, waar haalt de schrijver zijn materiaal vandaan? Teruggrijpend op het hiervoor gegeven beeld van houtbewerking zou de vraag moeten luiden: waar vindt de schrijver zijn hout? Geantwoord zou kunnen worden dat dit zijn hoofd moet zijn. Dat mag wel zo zijn, maar hoe is het daar dan terecht gekomen? Aangenomen mag, immers, worden dat niet gesproken kan worden over een eenvoudige mogelijkheid tot digitale invoer vanuit een alom voor schrijvers beschikbare database die op de één of andere wijze binnengehaald kan worden. Dat zou, trouwens, een verlegging van de vraag naar het vullen van een elders aanwezig bestand worden en zodoende geen echt antwoord opleveren. Met de opgeworpen vraag wil ik dicht bij de schrijver zelf blijven. En in mijn visie is hij het zelf, als persoon die van hem als auteur onafscheidelijk is, die zijn eigen hoofd vult met het materiaal dat ik in mijn metafoor hout noem. Hoe dat werkt? De schrijver leeft en doet een breed spectrum aan ervaringen op, welke hij verwerkt in een onnavolgbaar proces van herbeleven en betekenis verlenen. Het betreft zowel directe ervaringen op basis van eigen waarneming als indirecte ervaringen die van andere personen komen. Daarbij komt dan nog eens dat wat van andere personen komt, gezocht kan worden, mondeling of in boeken en tegenwoordig ook op het internet. En ter verfijning zou ik alle ervaringen nog willen uitsplitsen in het opdoen van min of meer feitelijke gegevens en het verkrijgen van informatie die nauw verweven is met gevoelens en emoties.

Eigenlijk moet een schrijver het door mij bedoelde hout in zijn hoofd laten groeien. Dat kan hij – zo zie ik dat - goed doen door zichzelf te blijven en zich van daaruit met ervaringen te verrijken. Al werkend en verwerkend komen dan de woorden en de vormen waarin uitgedrukt kan worden.

20 augustus 2006, Jaap van der Hoest

***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de eerste pagina van de website