De praktijk Yes


een meerdelig verhaal van Menno L. Hoeksema

Deel 2

In Pointe van juni 2018 verscheen deel 1. Nu volgt deel 2 van de gecomprimeerde versie. In komende nummers van Pointe zullen de volgende delen van het verhaal verschijnen.

1.



De ochtend na terugkeer uit München was hij bijtijds op kantoor. Er was veel dat om zijn aandacht vroeg. De secretaresse en zijn naaste medewerkers informeerden naar het congres. Hij vertelde het een en ander over de inhoud van wat de voorgaande dagen zoal de revue had gepasseerd. En over wie hij daar had ontmoet en wat dat aan gezichtspunten had opgeleverd. Het mondeling verslag dat hij altijd van dit soort gelegenheden deed. Inhoudelijk interessant en betrokken, weinig persoonlijk en daardoor voor zijn toehoorders wel wetenswaardig, maar niet zo boeiend. Maar deze keer kwam hij er zo niet mee weg. Want tegen half twaalf kwam een van zijn medepartners, Hugo Söderblom zijn werkkamer binnen. Ze begroetten elkaar vriendschappelijk en Hugo zei:
‘Zo Niels, jij bent weer terug. Hier is alles gegaan zoals je mocht hopen en verwachten. En jij hebt een goede tijd gehad, meen ik te mogen aannemen?’
‘Het was een goed congres’, zei Niels. ‘Ben je op de hoogte van het programma en de sprekers?’
‘Ja’, zei Hugo. ‘En ik had zelf ook best willen gaan. Maar dat kwam niet goed uit in de privésfeer, zoals je weet. Toch heb ik er wel iets van meegekregen. Vanochtend had ik een van onze Duitse collega’s aan de telefoon die er is geweest, Claus Bondorff.’
‘Klopt’, zei Niels. ‘We hebben elkaar uitgebreid gesproken en we waren allebei bij de groep die de tweede avond gezamenlijk naar een concert ging. Prima concert, vierde symfonie van Mahler.’
‘Ja ja’, zei Hugo. ‘Maar hij zei ook iets, nogal veel voor zijn doen vond ik, over het gezelschap waarin jij je bevond. Daarvan was hij nogal onder de indruk. En hij niet alleen, zei hij.’
‘Hoe bedoel je’, vroeg Niels een beetje voorgewend schaapachtig.
‘Nou kom zeg’, zei Hugo joviaal. ‘Voor de draad er maar mee, waarde collega. Heb je een nieuwe relatie? Dan schijnen we je te moeten complimenteren met je goede smaak. Heel mooie meid en erg aardig, zei Bondorff. En een persoon die van wanten weet. Want als ik het goed heb begrepen heeft zich woensdagavond een of ander incident voorgedaan nietwaar?’
‘Die Claus, jullie hadden het over An van de Loo’, zei hij met een wat verlegen lachje.
‘Ja, zij heeft mij vergezeld tijdens dit congres. Maar ik durf nog niet al te vrijmoedig aan te duiden wat ze van me is hoor. Ik ken haar nog niet zo lang. Ze is een Nederlandse met een academische opleiding. Ze werkt voor een of ander internationaal detacheringsbureau. Ze heeft belangstelling voor architectuur en dergelijke en vond het wel leuk om mee te gaan. Vandaar. En dat incident, nou ja, daar schrok iedereen eerst wel erg van, maar het bleek ongevaarlijk. Een of andere gek, die de hal waar wij het aperitief hadden schreeuwend kwam binnenrennen. Maar inderdaad, ze bleek goed voorbereid op dergelijke situaties. Zal in haar werk wel nodig zijn.’
‘Ja ja’, zei Hugo weer. ‘Nou, hoe dan ook, je schijnt wel indruk met haar te hebben gemaakt. Goed voor ons bureau, zullen we maar zeggen.’
Ze praatten nog wat door over verschillende dingen. Daarna vertrok Hugo naar een afspraak.

2.



Weer alleen in zijn werkkamer, kwam hij toe aan het wat grondiger bestuderen van de langere termijn in zijn agenda. Dat leverde het volgende op: over twee maanden opnieuw een internationaal congres, ditmaal in Zürich, Zwitserland, over duurzaamheid in ontwikkeling van materialen en technieken en de invloed daarvan op bouw- en exploitatiekosten. Hier zou hijzelf een dagvoorzitterschap vervullen en een forumdiscussie leiden. Ook trad hij voor twee inleiders op als coreferent. Eigen papers hoefde hij hier niet in te brengen. Wel moest hij te zijner tijd de redactie van de congresbundel voor zijn rekening nemen, die hij dan natuurlijk ook van een inleiding moest voorzien. Een maand later stond de jaarlijkse meeting op het programma van de vereniging van Europese toekomstgerichte zakenmensen, waarvan hij een prominent lid was. Deze meeting zou plaatsvinden in een buitenhuis op een mooie locatie in de buurt van Bad Harzburg, Hessen, Duitsland. Weer een maand later was er de jaarlijkse bijeenkomst van hoogleraren met hun partners van de universiteit. Een weekend in en om Uppsala. Zeker bij deze laatste gelegenheid, maar eigenlijk bij alle drie evenementen hoorde hij in damesgezelschap te zijn. En nu niet meer in het algemeen, maar in dat van An. Sorry, van Prinses An. Kon hij maar niet het beste nu direct contact opnemen met Bureau Yes? Hij aarzelde, niet zeker of dit de goede aanpak was. Nee, dat was het niet. Hij moest eerst met zijn therapeut praten. De afspraak volgende week maandag stond al in zijn agenda.

3.



Ze begroetten elkaar hartelijk en de therapeut zei, terwijl ze zijn kamer binnengingen en hun plaatsen tegenover elkaar innamen:
‘Zo Niels, daar ben je dan weer. Binnengelopen na een belangrijke missie.’
‘Ik begin met te zeggen dat het uiteindelijk allemaal goed is gekomen en dat het zeer buitengewoon was’, was zijn openingsstatement.
‘Dat klinkt positief’, zei de psychische dienstverlener, ‘maar niet in alle opzichten geruststellend. Leg maar eens uit wat je bedoelt met uiteindelijk, met goed gekomen en met zeer buitengewoon. Of beter, doe maar zo gedetailleerd mogelijk verslag en laat deze woorden daarin hun plaats hebben.’
‘Ja’, zei Niels, ‘dat was ik al van plan. En dan natuurlijk heel graag je goede raad.’
‘Die heb je dus nodig, denk je?’
‘Ja dat weet ik wel zeker.’
‘Ga je gang dan maar.’
‘De vorige keer, voor mijn vertrek naar het congres, wisten wij alleen haar naam hè’, begon hij.
‘Ja’, zei de therapeut. ‘We hadden de offerte van dat escortbureau met beknopte persoonsbeschrijving. En later de arrangementsdocumenten, zoals dat geloof ik heet. Maar die naam, dat kan natuurlijk ook fake zijn. Zeg maar een professioneel pseudoniem, een artiestennaam, een schuilnaam.’
Hij knikte en zei: ‘Nou, de inhoud van het congres zal jou niet buitengewoon interesseren. Maar het is goed dat je weet dat die vakmatig zeer de moeite waard was en dat ik zeker ook tevreden ben over mijn eigen inbreng.’
De therapeut knikte en zei: ‘Nee, dat is natuurlijk meer jouw business dan van mij, maar het is wel belangrijk als achtergronddecor voor de dingen waar wij het over moeten hebben. Je algemene stemming is en was dus positief.’
‘Zeker’, zei Niels met een hoofdknik.
‘Goed, ga verder’, zei de therapeut.
‘Ze heet dus An van de Loo, uit Amsterdam of omgeving. Een ronduit prachtige vrouw. Niet alleen uiterlijk, maar in alle opzichten. Donkerblond haar, met bij bepaalde lichtval een klein beetje roodgouden glans, knap gezicht, mooi figuur, atletische bouw, ongeveer één meter tachtig. Daar heb je een snelle beschrijving van hoe ze er uitziet. Goed opgeleid. Intelligent en heel prettig in de omgang. Niet alleen met mij, maar ook in het geheel. Ze wist zich in het congresgezelschap en in het hele gebeuren uitstekend te bewegen. Alsof ze dit al jaren gewend was, nooit anders deed. Ze maakte op iedereen een heel prettige indruk. De vakgenoten en hun partners mochten haar graag. Ik kreeg regelmatig complimenten en vragen of ze mijn nieuwe vriendin was.’
‘Hoe ben je daarmee omgegaan?’
‘Ja, misschien wat onhandig. Ik heb het maar een beetje in het midden gelaten. Gezegd dat zij en ik elkaar nog niet zo lang kenden. Maar dat ze wel belangstelling had voor de onderwerpen van dit congres en mij daarom vergezelde.’
‘Dat is natuurlijk helemaal niet zo gek’, zei de therapeut. ‘Iedereen die voor het eerst tijdens een congres of zo door een nieuwe relatie wordt vergezeld, zal zich wel een beetje zo gedragen. Daarom is zo’n congres ook zo’n excellente gelegenheid. Maar ze deed het dus wel goed en je hebt goed en representatief gezelschap aan haar gehad?’
‘Ja’, zei Niels. ‘Ze deed het buitengewoon goed, zoals ik al zei. En haar gezelschap was zeker representatief.’
‘Dan heeft Bureau Yes dus waargemaakt wat ze hadden beloofd?’
‘Inderdaad.’
‘En is dat het wat je bedoelt met dat het zeer buitengewoon was? Wat is er dan uiteindelijk goed gekomen?’
‘Nee’, zei Niels met een zucht, ‘met buitengewoon bedoel ik veel meer. Ik zal proberen het je duidelijk te maken.’
De therapeut knikte, wachtte even en zei dan:
‘Dat is de sociale kant van het verhaal, wat je tot nu toe vertelde. Die is belangrijk, zeker ook in zo’n congresomgeving. Het was een van de redenen waarom wij hiermee wilden beginnen hè. Maar er was nog een reden, zeker zo belangrijk. De reden waarom wij een beroep hebben gedaan op een bureau zoals Yes. De meer persoonlijke, de intieme kant bedoel ik.’
‘Daarop hadden mijn woorden ook vooral betrekking’, zei Niels. ‘Het is uiteindelijk goed gekomen. En ook dat was zeer buitengewoon.’
‘Was ze zo goed als minnares’, vroeg de psycholoog op de man af.
Niels knikte heftig en zei:
‘Ja, zonder meer geweldig. Dit heb ik nog nooit meegemaakt.’
De therapeut lachte en zei:
‘Nou, dat was dan dus buitengewoon. Daar ben ik blij om. Op dat punt was het dus zeker ook een succes. Nu nog uiteindelijk. Kennelijk ben je er niet zonder meer gekomen.’
‘Nee’, zei Niels, ‘bepaald niet. Aanvankelijk ben ik weer een ontzettende zak geweest, dat mag je best weten.’
‘Vertel maar. Helemaal en met alle details. Hier kan dat, dat weet je.’
Hij begon:
‘Het eerste wat je ziet is natuurlijk haar uiterlijke verschijning en de manier waarop ze je tegemoet komt. Dat laatste kan ik niet anders omschrijven als buitengewoon professioneel. Ik zat in de lounge, zoals afgesproken en daar kwam zij naar mij toe. Hoe ze er uitzag heb ik al gezegd. Nou ja, er moesten een paar zaken worden geregeld en dat pakte ze zeer professioneel aan. Mijn eerste indruk was dus al heel goed. Dat bleef zo, zoals ik zei, ook tijdens en na de openingsbijeenkomst. Toen was ze al goed geïntegreerd in het gezelschap. Maar toen waren mijn zorgen ook begonnen.’
‘Wat waren die? Dat je de nacht met haar zou moeten gaan doorbrengen? Waarom vond je dat problematisch?’
Niels slikte, zweeg nog even en zei dan:
‘Ach, misschien heb je het al begrepen uit mijn beschrijving van haar uiterlijk. Ze lijkt zo vreselijk op haar.’
De man tegenover hem zat even heel stil, slaakte een diepe zucht en zei:
‘Op de Prinses bedoel je?’
Niels knikte.
‘Ja’, zei de ander, dat vreesde ik al uit wat je over haar uiterlijk zei en hoe je dat zei. Maar is het niet zo dat alle vrouwen die een goede indruk op je maken dat een beetje hebben?’
‘Misschien wel en beetje’, zei Niels. ‘Of wekken in ieder geval in meerdere of mindere mate dat gevoel in mij op. Maar zij…, sprekend.’
‘En dat veroorzaakte schroom bij jou? Of angst, dat je haar niet zou durven aanraken?’
‘Dat ook. Maar vooral schroom. En bijna medelijden. Dat ze dit werk moest doen.’
‘En wat is er toen gebeurd? Of niet gebeurd?’
‘Dat ik de eerste nacht niet samen met haar heb doorgebracht. In mijn eigen kamer en zij ook. En dat heeft bepaald niet aan haar gelegen hoor. Zij liet best merken dat het wat haar betrof in orde was. Maar ik kon het gewoon niet, tenminste op het moment suprème niet. Ik ging dus mijn eigen kamer in en liet haar naar de hare gaan.’
‘En wat heeft zij toen gedaan? Dat zal ze er toch niet zomaar bij hebben laten zitten?’
‘Nee, de volgende avond heeft ze gevraagd of ze bij mij binnen mocht komen. En toen heeft ze er met mij over gepraat.’
‘En heb jij het toen gezegd, van de Prinses?’
‘Ja. Ik heb het haar verteld.’
‘Zooo…’, zei de therapeut langzaam, dacht even na en ging verder: ‘Dan ben je behoorlijk vertrouwelijk met haar geweest. Weet je nog hoe lang het duurde voordat je mij dat verhaal deed? En bij haar doe je het al na één dag. Nou nou. En wat daarna? Hoe reageerde ze?’
‘Tja, heel bijzonder. Ze zei dat ze dan de Prinses wel wilde zijn en dat ik met haar alles zo mocht doen als ik met de Prinses ook deed of zou willen.’
‘En wat heb je toen gedaan?’
‘Je kan beter zeggen: Wat heeft zij toen gedaan. Ze stelde voor dat ik alles net zo zou doen als thuis. Zij ging naar haar eigen kamer, maakte zich daar klaar voor de nacht en kwam toen bij mij terug. Aanvankelijk hebben we gewoon naast elkaar liggen dromen. Later, nou ja, is alles wel gebeurd. En goed ook. En de volgende en laatste avond en nacht helemaal. Toen begon ze met te zeggen dat de Prinses een kus van mij wilde. Op precies diezelfde toon en manier.'
‘Als welke?’
‘Nou, als altijd. Zoals de Prinses altijd doet. Ze was het echt helemaal.’
‘Ze speelde het spel dus mee?’
‘Ja. En goed ook.’
‘Dus nu is de Prinses de wereld van alledag binnengekomen?’
Niels knikte en zei:
‘Ja, nu weet ik eindelijk haar naam. Prinses An.’
‘En wat wil je nu?’
Niels zweeg en keek voor zich uit.

4.



‘Ik moet zeggen’, ging de therapeut tenslotte zelf verder, ‘dat ik het wel heel knap van haar vind. En dat voor iemand in dat beroep. Een buitengewoon intelligente oplossing. Deze vrouw moet over een groot empathisch vermogen beschikken. Maar nogmaals; wat wil je nu?’

Hij zweeg nog steeds, niet wetend wat te zeggen. Hij wist heel goed wat hij wilde, nu en voor altijd, maar hij wist niet wat hij daarover kon en wilde zeggen.
Zijn gesprekspartner zweeg ook weer even, nadenkend voor zich uitkijkend. Toen zei hij:
‘Luister Niels, ik heb met van alles rekening gehouden. Ook met de mogelijkheid dat je het op het beslissende moment toch niet zou durven. Dat je het de Prinses niet zou willen aandoen om zomaar met een andere vrouw aan de rol te gaan. Maar dit, nee, aan deze mogelijkheid had ik niet gedacht. Dat zijzelf zo’n indruk op je zou maken.’
Hij zweeg weer even, ging verzitten en hernam dan:
‘En ja, dat begrijp je zelf natuurlijk ook, dit soort service is naar zijn aard vluchtig. Natuurlijk komt het voor dat iemand regelmatig gebruik maakt van de diensten van een en dezelfde persoon, maar dan nog blijft de relatie vluchtig. Dat is deels ook het aardige ervan. Het suggereert iets wat er niet is. Naar buiten toe, zoals in de sociale context van zo’n congres, gaat het om het uiterlijke. De andere aanwezigen mogen daarvan denken wat ze willen. Ze mogen best geloven dat An jouw nieuwe vriendin is. Prima, zolang je dat zelf maar niet gelooft. Want ze speelt een rol en deze dame doet dat buitengewoon goed. Maar ze is en blijft gewoon iemand die je voor haar diensten betaalt. In de nachten ook, al heeft haar dienstverlening dan een wat intiemer karakter. Maar dan nog is het de bedoeling dat het contact puur lichamelijk en oppervlakkig blijft. Daarom is het voor jou, in jouw situatie, ook een interessante manier van oefenen. Je kunt er je persoon nog buiten laten. Maar ja, dat is niet gebeurd. Was dat nu alleen omdat ze zo op haar lijkt?’
Niels knikte en zei:
‘Inderdaad. En wat raad jij mij nu aan?’

5.



Misschien mede door zijn eigen woordenstroom was het de therapeut nu kennelijk duidelijker geworden wat er moest gebeuren. Hij vroeg:
‘Zijn er op afzienbare termijn weer gelegenheden zoals dit congres?’
Niels knikte:
‘Over twee maanden weer een internationaal congres, nu in Zürich, Zwitserland. Een maand later de jaarlijkse internationale meeting van toekomstgerichte zakenmensen in de Harz, Duitsland. En nog een maand later de jaarlijkse bijeenkomst van hoogleraren.’
Met een zeker air van vanzelfsprekendheid zei de therapeut:
‘Je moet doorgaan op de ingeslagen weg. De oefening voortzetten. En je ervaring proberen te verbreden.’
‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Andere vrouwen dan An dus. Liefst bij iedere gelegenheid een andere, als dat tenminste kan voor de indruk die je je kunt permitteren.’
Niels keek hem verwonderd aan en zei:
‘Waarom ben je daar zo zeker van?’
‘Omdat Prinses An behoort tot de wereld van de verbeelding, van fantasie en droom. En daar moet ze blijven.’
‘Maar ze is al hier, in de dagelijkse realiteit. En daar ben ik nu juist zo blij mee, dat ze echt blijkt te bestaan. Dat de Prinses geen hersenschim is, maar echt Prinses An, van vlees en bloed. En hoe!’
‘Niels Niels’, zei de man tegenover hem. ‘Wat ben je toch een naïeveling. En wat bezorg je jezelf daarmee een hoop moeilijkheden. En kan je jezelf en ook anderen nog veel meer moeilijkheden bezorgen.’
‘Hoezo? Waarom moeilijkheden?’
‘Allereerst; wanneer de wereld van de verbeelding die van alledag binnenkomt, dan blijkt zij meestal geen partij. Dat betekent dat je dromen niet alleen niet uitkomen, maar dat ze ook ophouden te bestaan. Dat het dus allemaal op niets uitloopt en je ook je dromen verliest, die vanaf je kindertijd zo veel voor je hebben betekend. Daar komt alleen maar teleurstelling voor in de plaats. Het is als met herinneringen aan vrienden of vriendinnen uit vroeger tijd. Als je die na al die jaren terugziet, kan dat geweldig tegenvallen en daarmee ook je herinneringen bederven. Nee, een goede herinnering moet je laten waar deze is. En dat geldt ook voor personen in de wereld van de verbeelding. Als ze de wereld van het hier en nu binnenkomen, verlies je ze meestal. Wil je dat risico lopen? Het is nu al reëel aanwezig.’
Hij zweeg even en ging dan verder:
‘En dan de wereld van alledag. Wat denk je nu eigenlijk van een vrouw zoals An, of ze nu echt zo heet of niet? Ze oefent een bepaald beroep uit, dat niet veel anders is dan een chique soort prostitutie. Naast jou zijn er ongetwijfeld veel meer cliënten. Het is haar vak jou het gevoel te geven dat je de enige bent, dat je heel bijzonder bent. Maar dat is natuurlijk niet zo. Dat kan gewoon niet, al zul je op haar discretie heus wel kunnen rekenen. Een volwassen vent zoals jij met de nodige levenservaring moet dat toch weten. En dan, wat voor dames denk je dat het zijn die dit vak uitoefenen? Op jouw niveau geen sletten of dellen, maar keurige dames, zoals je zelf hebt gezien. Maar zulke dames zijn meestal gewoon getrouwd en hebben kinderen. Reken maar dat er onder de burgervrouwen heel wat zijn die dit doen. Hier in de praktijk heb ik ze ook. Soms doen ze het voor het geld, want de lasten zijn voor veel gezinnen natuurlijk zwaar. Of er is sprake van ziekte, werkloosheid of echtscheiding. Soms doen ze het gewoon voor de afwisseling of de kick. Je denkt toch niet dat alleen mannen dat hebben? In hun omgeving weet vaak niemand dat ze dit er bij doen, ook hun man niet. En dan zou jij je voor zo’n dame, voor An, persoonlijk gaan interesseren? Dat kan toch helemaal niet. Dat mag gewoonlijk ook niet volgens de voorwaarden van dergelijke bureaus. Heeft Bureau Yes daarover niets gezegd, in de voorwaarden of zo?’
‘Zeker wel’, zei Niels. ‘De privésfeer moet te allen tijde worden gerespecteerd. Daar mag ik niets van weten.’
‘Zie je wel’, zei zijn gesprekspartner een beetje triomfantelijk.
‘Maar dat bedoelde ik helemaal niet’, zei Niels. ‘Ik heb zelfs nog niet eens gezegd dat ik direct weer een arrangement met haar wil. Al wil ik dat zeker wel. En gauw ook.’
‘Zie je wel’, zei de ander nogmaals. ‘En daarmee zou ik nu maar heel voorzichtig zijn, als ik jou was. Want je loopt er enorme risico’s mee.’

6.



Franz Jürgen Hotz, zijn Zwitserse collega, had die zelfde maandag contact met hem opgenomen. Met hem en zijn vrouw hadden An en hij die eerste avond zo gezellig de diner tafel gedeeld. Ja, hijzelf en zijn vrouw hadden hun gezelschap geweldig gewaardeerd. Eigenlijk had hij tijdens het congres een bepaalde vraagstelling met hem willen bespreken. Maar door alle drukte en gezelligheid heen was dat er niet van gekomen en het leek toen ook nog niet zo urgent. Maar inmiddels was het dat toch wel. Het ging om een zeer interessante prospect. Een groot project in Brazilië, waarvoor hij een samenwerkingspartner zocht. En ja, het was gek, hij wist het, maar omdat hij An en zijn echtgenote over dat land had horen praten, was bij hem het idee ontstaan dat Niels’ bureau die partner wel eens zou kunnen zijn. Had hij het goed begrepen dat An ook zelf in Brazilië was geweest?
‘Ik moet je eerlijk zeggen dat ik dat niet weet’, zei Niels, ‘want ik ken haar nog niet zo lang. Maar als ze het er met je echtgenote over heeft gehad, zal het ongetwijfeld zo zijn. Ikzelf heb wel enige ervaring in Latijns Amerika, maar niet in Brazilië. Enige van mijn collega’s hier wel. Dus ja, laten we een afspraak maken en het er eens rustig over hebben. Ik nodig je graag uit voor een bezoek aan onze mooie stad en uiteraard aan ons kantoor.’

Zo kwam Franz Jürgen Hotz naar Göteborg. Hij arriveerde dinsdagmiddag en vloog woensdag tegen de avond terug naar Zwitserland. Ze hadden enige goede gesprekken, met elkaar en vervolgens met twee collega’s van het bureau erbij. Ze kwamen tot een gezamenlijk plan van aanpak. Het zag er uit als een kansrijke prospect van grote omvang. Stedelijke ontwikkeling in het Amazonegebied en realiseren van infrastructuur en voorzieningen. De contacten liepen via de ambassade in Bern en lagen in Brazilië op regeringsniveau. De avond brachten ze gezamenlijk door met een goed diner, theaterbezoek en nog enige tijd in de bar van het hotel waar Franz Jürgen logeerde. Het speet Niels wel dat An er niet bij was. Anderzijds was dat natuurlijk ook wel goed, omdat Franz Jürgen ook alleen was. De laatste had hem wel nadrukkelijk uitgenodigd om direct voor of aansluitend aan het congres over twee maanden In Zürich een tegenbezoek te brengen aan zijn kantoor. Daarnaast zouden zijn vrouw en hij het buitengewoon op prijs stellen hem ook bij hen thuis te mogen ontvangen, als het kon in het gezelschap van An.

7.



Drie weken later bracht Niels zijn collega echter al een tegenbezoek. De voorspoedige voortgang van het acquisitietraject van hun grote Braziliaanse prospect gaf daar aanleiding toe. Zo was hij een maand voor het internationale congres al in Zürich.
In het bureau van Franz Jürgen was hij niet eerder geweest. Hij werd uitgebreid rondgeleid en voerde diepgaande inhoudelijke en zakelijke besprekingen met Franz Jürgen zelf en enige van zijn collega’s. Ook twee collega’s van hun eigen Zürcher kantoor woonden de besprekingen bij. Alles verliep in een buitengewoon goede atmosfeer. Hij kreeg steeds meer het gevoel dat dit bureau inderdaad een uitstekende samenwerkingspartner was.
De tweede dag brachten ze een bezoek aan de Braziliaanse ambassade in Bern. Ze werden ontvangen en aanvankelijk te woord gestaan door de eerste secretaris en twee van zijn medewerkers. Daarna volgde een onderhoud met zijne excellentie de ambassadeur zelf. Ook dit alles verliep in een uitstekende sfeer.
Tijdens dit bezoek hoorden ze over de brutale liquidatie van een vooraanstaande Chileense diplomate en de Nederlandse vrouw die haar vergezelde. De vorige avond in Wenen. Binnen het corps diplomatique was hierop geschokt gereageerd, want velen kenden haar.
Onwillekeurig dacht hij even aan An. Nederlandse vrouw. Zou zij ook wel eens diplomaten begeleiden? Nou ja, mannen dan toch zeker. O ja? Misschien ook vrouwen, waarom niet. Kon best, maar nu even liever niet aan denken hè.

Hij dineerde bij Franz Jürgen thuis in Rüschlikon. Collega Hotz en zijn familie bewoonden een al wat ouder, alleenstaand huis. Het stond in een flauwe bocht aan een statige, licht hellende laan. Er was een ruime tuin, met gazons, bloeiende bloemperken, heesters en enige hogere bomen, met daarachter het meer. Hij verontschuldigde An die, zoals hij zei, wegens drukke werkzaamheden elders verbleef. Hij hoopte dat ze er tijdens het congres over een maand wel weer bij zou zijn.
Franz Jürgen en echtgenote herhaalden hun uitnodiging de avond na het congres bij hen thuis te komen dineren en te overnachten. Zij drongen er op aan dat zo enigszins mogelijk An ook van de partij zou zijn.

8.



Donderdagmiddag om half vier, aan het einde van het congres, waren er meer die hun bagage gingen ophalen. Temidden van een groepje liepen An en hij terug naar het hotel. Hijzelf had niet zo veel behoefte aan conversatie, na deze hele dag voorzitter te zijn geweest. An kwebbelde gezellig met de deelneemster met wie hij haar tijdens de koffiepauze ook had gezien. Ze kwam uit Antwerpen en zo nu en dan hoorde hij ze even Nederlands met elkaar spreken. Hij merkte dat het An was die dan weer op een gemeenschappelijke taal overging. Ze bleef professioneel.
In de hal van het hotel nam de groep afscheid van elkaar. Daarna vertrokken An en hij. Hij was zich ervan bewust dat hij nu voor het eerst met haar het hotel verliet waar ze hadden gelogeerd, om samen op reis te gaan. Zou zij dat ook hebben?
Ze liepen naar het station en namen de trein naar Zürich HBF. Vandaar een stoptrein naar Luzern, die stopte in Rüschlikon.
‘Weet jij de weg’, vroeg An toen ze waren uitgestapt.
‘Ja’, zei hij. ‘Een maand geleden ben ik hier ook geweest. Toen heb ik bij Franz Jürgen thuis gedineerd, tijdens een bezoek van een paar dagen. Dat is een heel verhaal. Hij is met zijn kantoor betrokken geraakt bij een heel groot project in Brazilië en heeft een ervaren samenwerkingspartner nodig. Na dat congres in München dacht hij aan ons kantoor. Een paar dagen later was hij al in Göteborg. Daarna ben ik dus hier geweest. Weet je trouwens hoe het kwam dat hij van de vele mogelijkheden juist aan ons dacht?’
‘Nee’, zei An en schudde haar hoofd. ‘Hoe zou ik dat kunnen weten?’
‘Omdat het eigenlijk door jou kwam. In München hebben wij de eerste avond met hem en zijn vrouw aan tafel gezeten. Volgens hem heeft zijn vrouw toen met jou over Brazilië gepraat. Hij dacht dat jij daar wel eens bent geweest.’
An zweeg even, knikte bedachtzaam en zei: ‘Ja, dat herinner ik mij ook. Aardige vrouw. Zij heeft familie in Rio. Ik heb daar goede vrienden.’
‘Franz Jürgen en ik zijn toen ook naar Bern geweest, voor een bezoek aan de Braziliaanse ambassadeur’, ging hij verder. ‘Verliep allemaal prima. Ze waren alleen nogal upset over die moord op een diplomate in Wenen. Heb jij daar ook van gehoord?’
An schudde haar hoofd en zei: ‘Nee, dat moet ik gemist hebben. Wat is er gebeurd?’
‘Een nogal hoge Chileense diplomate. Samen met een andere vrouw doodgeschoten. Op straat, vlak voor haar appartement. Heeft nogal wat stof doen opwaaien. Maar van de daders geen spoor. Zelfs geen vermoeden, wordt gezegd. Maar dat lijkt mij niet zo geloofwaardig. Er zal heus wel wat achter zitten. Die andere vrouw was trouwens een Nederlandse.’
Ze waren bij hun bestemming. Terwijl ze het brede stenen pad naar de voordeur opliepen, werd deze al geopend.

9.



Ze kregen een logeeraccommodatie ter beschikking die zich kon meten met het beste hotel. Grote, klassiek en comfortabel gemeubileerde kamer. Prachtig uitzicht op de tuin achter het huis, met daarachter, iets lager, het meer. Ruime, luxueuze badkamer. Zo te zien genoot An van het uitzicht en van de entourage. En voelde ze zich hier wel thuis. Het gaf hem een prettig gevoel.
Met hun vieren gebruikten ze in een genoeglijke stemming het aperitief. Tijdens het diner voegden een volwassen zoon en zijn verloofde zich bij hen. Na de maaltijd trokken de heren zich terug in de studeerkamer en installeerden de dames zich in de salon.

Franz Jürgen en Niels namen de gelegenheid te baat het hele project en de stand van zaken nog eens in zijn totaliteit door te nemen.
‘Het gaat allemaal toch niet zo snel als zijne excellentie de ambassadeur een maand geleden nog dacht’, zei Franz Jürgen.
‘O nee’, zei Niels. ‘Zij waren het toch die er zo’n haast mee hadden. Wij hebben juist aangedrongen op zorgvuldigheid en vooral op aandacht voor het draagvlak onder de bevolking.’
‘Daar zit in ieder geval een groot probleem’, zei Franz Jürgen. ‘Er is nogal wat verzet. En deels goed georganiseerd. Indianen en anderen die hun grond niet willen opgeven. En hevig verzet tegen kappen van regenwoud.’
‘Ja’, zei Niels, ‘het is natuurlijk wel het een of het ander. Als ze groei en welvaart willen, moeten daarvoor offers worden gebracht. En er is toch een compensatieprogramma? En het ontwikkelen van de bosbouw? Daar hebben wij Zweden wel de nodige ervaring mee.’


Later op de avond voegden ze zich weer bij elkaar en praatten nog een hele tijd gezellig door. Brazilië in vele aspecten en varianten passeerde regelmatig de revue. An kon er goed over meepraten, zo bleek. Maar van haar eigen betrokkenheid bleek weinig.

***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website