De hete tuin


een verhaal van Alam Darsono

"Lisette!" De schelle stem van haar grootmoeder schoot als een lasso door de zinderende lucht. "Lisette! Hang niet zo aan meneer Eduard!"
"Nou hoor," riep het meisje verongelijkt terug, naar boven, naar het balkon waarop haar grootmoeder zat "Het is mijn pappa, Omama." En toen, bedoeld als fluistering in zijn oor, maar duidelijk hoorbaar: "Jaháá, Eduard, je hebt het zelf gezegd."
"Ja hoor," zei hij sussend "maar je moet ook doen wat Omama zegt." Hij keek even nadenkend rond. "Weet je wat, neem jij die mand met tomaten mee naar de keuken en zoek ze uit. Je zoekt de zachte eruit en legt die in de pan op het aanrecht. De harde laat je in de mand. Dan eten we eerst de zachte op en bewaren de harde. Heb je het goed begrepen, Lisette?"
"Ja, Eduard, natuurlijk." Het meisje was al van hem weggesprongen, had de berisping van haar grootmoeder al vergeten.
"De zachte in de pan." Zij liep met de mand de keuken in.
"Je moet meneer Eduard zeggen, Lisette," riep haar grootmoeder haar nog toe, zich buigend over de balustrade van het balkon en toen zij zich oprichtte, keek zij hem met gefronste wenkbrauwen aan "Je moet haar geen Eduard tegen je laten zeggen."
Hij lachte vergoelijkend tegen haar, vond dat zij er aantrekkelijk uitzag in die ouderwetse hemdjurk, rozig door de fonkelende zon en ietwat amechtig.
"Ik tutoyeer je ook steeds meer de laatste tijd." voegde zij er verontschuldigend aan toe en deed hem lachen om die malle uitspraak
"Dat wordt tijd." sprak hij tot haar terwijl hij tot onder het balkon liep "Hoe lang kennen wij elkaar nu al?"
"Twintig maanden." antwoordde zij afgemeten naar omlaag, maar met glinsterende ogen "Nog geen twee jaar, meneer Eduard."
"Die zijn voor U. Vangen!" riep hij lachend terwijl hij de bos stokrozen die hij net afgesneden had, naar haar omhoog wierp. Zij ving de bos handig op en drukte die tegen haar borst.
"Wat lief van je, Eduard." zei zij zacht terwijl zij op hem neerzag "Dank je wel. Maar nu moet je ook geen U meer tegen mij zeggen."
"Wat doen jullie?" vroeg Lisette wantrouwend, terwijl zij de keuken uit kwam om te kijken en toen zij zag dat haar grootmoeder het balkon had verlaten om de rozen in een vaas te doen, sloeg zij snel haar kinderarmen om zijn hals en voelde hij haar smalle lijf tegen zijn bezwete huid.
"Zeg," zei hij bestraffend terwijl hij haar vluchtig over het krulhaar streek "heb jij je werk al af?" Hij duwde haar vlug van zich af naar de keukendeur. "Vooruit aan je werk. Wat heb je mij beloofd? Je zou altijd doen wat ik zei."
"Ja Eduard." antwoordde zij onderdanig en ging weer snel de keuken in om de tomaten te sorteren. Hij liep terug de tuin in en voelde zich gelukkig. Hij werkte nu al een paar dagen in de hete zomerlucht en genoot ervan. Slechts gehuld in zijn ronde zwemslipje, van zijn kruin tot zijn tenen gebronsd en transpirerend uit alle poriën, voelde hij zich gezond en sterk als een aardgod. Terwijl hij zijn werk deed, knielde bij het uittrekken van het onkruid, zich rekte bij het opsteken van de bonen, vooroverboog bij het snoeien van de heg of soepel recht stond met de tuinslang onder de arm en de witte waterstraal gericht, voelde hij zich vanaf het balkon gadegeslagen door twee paar ogen, de hunkerende ogen van het meisje Lisette dat wachtte tot zij van haar grootmoeder toestemming kreeg om naar beneden, naar meneer Eduard, te gaan, die zij zelf tot haar pappa had verklaard, en de ietwat nadenkende ogen van haar grootmoeder.
Onder hun blikken tuinierde hij met nog meer vreugde voelend dat de beide vrouwen zijn bijna naakte mannelijke gestalte bewonderden. Toch vertoefden zijn gedachten meer bij andere zaken, bij herinneringen vooral, dan bij hen.
"Bevalt de verdieping U?" had de grootmoeder, nu twintig maanden geleden, gevraagd, nadat zij hem de twee kamers, de keuken, de douchecel en de wc had laten zien "En de tuin?"
"Ja zeker," had hij enthousiast geknikt terwijl hij opmerkte dat de vrouw wat treurige, maar toch mooie ogen had "Ja zeker, en de prijs ook. En van de tuin." Hij dacht aan de voorwaarde dienaangaande in de advertentie. "Zal ik iets heel moois ... nee," hij onderbrak zichzelf "misschien niet iets moois maar iets gezelligs maken."
"Dan moet ik U nog één ding vertellen." had de vrouw toen, wat aarzelend, gezegd, moed puttend uit zijn vriendelijkheid: "Ik woon hier met mijn kleindochter. Die is dertien jaar en eh, weet U, geestelijk niet helemaal, niet helemaal normaal." Zij zweeg even terwijl zij hem ongerust aanzag: "Tot nu toe was dat voor de huurders een beletsel. Lisette is, eh," zij stokte weer even "zij is wat opdringerig, weet U".
Een paar maanden daarvoor, kort nadat hij vernomen had dat zijn moeder, die hij zich nauwelijks meer herinnerde, door moord om het leven was gebracht, had hij bij zichzelf de gelofte afgelegd dat hij zijn leven alleen nog maar zo zou leiden als hij dat zelf beliefte. Hij zou niet meer aan de toekomst denken en de samenleving, die tot dan toe zijn dromen en daden had geregeld, te laten voor wat die was. Hij had ontslag genomen, had zijn spaargelden opgenomen en was naar hier gekomen, naar het stadje waar hij als kind, nog voor zijn schooltijd, had gewoond en waar hij, maar hiervan had hij geen herinnering, met zijn moeder had geleefd. Hij had snel bemerkt dat het oude huis waarvan de benedenverdieping te huur werd aangeboden op voorwaarde van onderhoud van de tuin, in een statige, maar vergrijsde, straat stond. Toen hij het verwilderde stuk grond dat de tuin was, had aanschouwd en in de wonderlijk mooie ogen van de verhuurster had gekeken, had hij zijn besluit terstond genomen. Vanaf die dag was de grijze nevel waarin hij zijn bestaan gehuld voelde,geleidelijk opgetrokken.
"Ik weet niet hoe ik het heb, Erman," had de man bij wie hij als magazijnbeheerder in dienst was getreden, na een half jaar verbaasd uitgeroepen "jij doet het werk dat eerst twee man deden, in je eentje en je werkt maar halve dagen."
"Die anderen werkten ook niet." had hij bescheiden geantwoord "En bovendien hadden ze het magazijn en het werk slecht georganiseerd."
"Nou ja," had de man ter verontschuldiging aangevoerd, "alles wat hier werken kon en een goed verstand had, is weggetrokken, naar het westen." Het werk kostte hem weinig inspanning en hij deed het met plezier. Hij was begonnen met het magazijn op orde te brengen en de voorraden duidelijk te etiketteren en te groeperen. Het gevolg was meer overzicht, meer ruimte en meer netheid. De andere magazijnknecht had zich al gauw niet meer met het werk bemoeid, hield zich wat stompzinnig bij zijn transistor radio. De voortdurende bonkende popmuziek was het enige wat hem hinderde.
"Zeg Erman," had de eigenaar van de zaak hem weer eens laten weten "ik heb de indruk dat ik veel meer voorraad over houd. Is dat zo? Hoe komt dat?"
"De vrachtrijders krijgen veel minder kans om pakken of flessen achterover te drukken." had hij hem ingelicht "Ik zie met één oogopslag hoeveel ze weghalen. Nu ze dat weten, doen ze dat niet meer."
Nu beheerde hij het magazijn alleen, verdiende op een halve dag het loon voor een hele werkdag en liet gnuivend de lofuitingen van zijn baas over zich gaan.
"Ach," had hij de vrouw van de eigenaar horen zeggen "die man is toch veel te intelligent voor die baan. Moet je hem zien. Hij lijkt meer een leraar dan een kantoorbediende." Dan, later: "Poe, dacht je dat ik hem niet kan verleiden? Als ik wil. Vergeet niet dat ik ook uit de stad kom."
Behalve aan de tuin en aan de klusjes in het oude huis besteedde hij al spoedig veel aandacht aan het meisje Lisette. Hij bemerkte dat zij door zijn kamers rondsloop in weerwil van de bitse verboden van haar grootmoeder. Zij was een dik wit kind dat met haar handen overal aan zat. Wanneer hij haar betrapte, giechelde zij ondeugend en rende weg als een schoolmeisje uit de eerste klas. Hij liet haar begaan en omdat hij niets onverwachts deed, naderde zij hem steeds dichter. Eerst aarzelend, maar al gauw ongeremd, babbelde zij tegen hem over onsamenhangende zaken die zijn snelle geest spoedig in een overzichtelijk beeld had gegroepeerd.
"Ik mag niet bij mijn mamma wonen." had Lisette op een keer gebabbeld, niet ongelukkig, louter als een mededeling van een vanzelfsprekend gebeuren.
"Waarom niet?" had hij nieuwsgierig gevraagd.
"Van haar man niet." had Lisette geantwoord "Die is erg rijk. Hij betaalt Omama. En mijn mamma houdt niet van mij omdat ik niet goed ben, zegt Omama."
Hij had de mamma van Lisette eens met haar rijke luidruchtige man uit een slee van een auto zien stappen. De mamma had even nieuwsgierig zijn woning ingekeken. Hij had zich niet laten zien, al had hij een glimp van een knappe vrouw opgevangen. Hij gaf zich liever over aan het kokkerellen wat hij, een oud Hollands kookboek naast zich op de aanrecht, met volle aandacht deed. Hij had nooit eerder geweten dat het bereiden van een maaltijd hem zoveel genoegen kon verschaffen.
"Ik ben klaar!" riep Lisette uit de deur van de keuken "Kom je kijken, Eduard?"
Hij bleef eerst nog wat aarde omspitten en schoot in de lach toen hij haar ongeduldige gezichtje in de deuropening opving. Toen hij haar wilde passeren, sloeg zij weer haar stevige armen om hem heen en drukte zich wild tegen hem aan.
“Oe, zeg," zei hij terwijl hij, na haar een paar maal teder over de rug te hebben gestreeld, van zich afduwde, "heb je vandaag al touwtje gesprongen?"
"Oh nee!" riep zij verschrikt en snelde de keuken uit om het springtouw te halen.
Het idee was bij hem opgekomen toen zij hem eens betrapt had terwijl hij zijn kamergymnastiek deed. Zij wilde en hij liet haar meedoen. Zij had nog haar pyjama aangehad, maar toen zij zag dat hij enkel in een klein broekje zijn oefeningen deed, had zij die uitgetrokken. Peinzend had hij naar haar naakte meisjeslijf gekeken. Hij liet haar buig- en strekoefeningen doen die zij onbeholpen uitvoerde. Zij barstte in tranen uit toen hij verklaarde dat wat zij deed nergens op leek. Hij moest haar, naakt en wel, op zijn knie nemen en haar troosten. Hij had haar houding en beweging echter snel verbeterd toen hij haar met muziek op de bandrecorder begeleidde. Zij bleek een zuiver ritmegevoel te hebben. Zijn grootste succes boekte hij evenwel met het springtouw. Zij was onvermoeibaar in het springen, in het alleen springen en in het samen springen. Zij hijgde van trots wanneer zij hem had overtroffen; hij uitgeteld neerlag terwijl zij triomfantelijk doorging met springen. Haar gewicht nam snel af.
"Ik hoop dat U wel weet wat U doet, meneer Eduard." had haar grootmoeder met afwijzende ogen gezegd "Voor de mensen is het een vreemd gezicht, een naakte man en een naakt meisje, een kind nog, aan het touwtje springen." Hij had zich niet veel van haar bezwaren aangetrokken. De mensen die zeiden hem al weinig meer. Hij had voorgesteld Lisette te leren zwemmen en het meisje had gejuicht en was hem om de hals gevallen voordat haar grootmoeder zijn voorstel had kunnen afwimpelen. Het meisje bleek niet bang voor water te zijn en hetduurde niet lang of zij doorkliefde met lange schoolslagen het zwembad. Hij had voor haar het kleinst mogelijke zwempak gekocht maar wel bont van kleur. Lisette had alles prachtig gevonden maar het prachtigst vond zij de stoeipartijen met hem in het water.
"Dat meisje zwemt als een vis." had de badmeester goedkeurend gezegd "Is dat niet de kleindochter van ..."
Wat hem het meeste genoegen deed, was te zien hoe het figuur van het meisje zich hervormde. Het verloor zijn dikheid en plompheid, werd slank, rank bijna. Hij was nog niet tevreden over haar bewegingen.
"Wat eet jij vandaag, Eduard?" vroeg Omama, terwijl zij de keuken inkwam nadat zij eerst de kamer in had gekeken waar Lisette ijverig over het touw sprong.
"Ik denk dat ik een aardappelsla maa. Met worstjes. Ik heb twee blikken worstjes van mijn baas cadeau gekregen". Hij waste zijn handen onder de kraan. "En een koud glas bier erbij." Hij glimlachte tegen haar omdat hij zag dat zij wat dromerig naar zijn hete bronzen tors keek. "Wat maak jij, eh ..."
"Hester." vulde zij aan, en toen, zuchtend "ik weet het nog niet. Het is zo warm. Ik kan niet goed tegen de hitte."
Aangetrokken door de opwekkende geuren waren grootmoeder en kleindochter op zijn keuken afgekomen, en, omdat hij hen eens ten eten had gevraagd, had de grootmoeder beschaamd erkend dat zij nooit veel aandacht aan het bereiden van eten besteedde, dat zij niet goed kon koken.
Vanaf die avond waren hun gesprekken, als het geen tuingesprekken waren, voornamelijk keukengesprekken geworden. Doordat hij haar van alles kon vertellen over de geschiedenis van het koken en over de herkomst van veel ingrediënten en hun uitwerking op het menselijk lichaam en de menselijke geest, wekte hij haar belangstelling voor dat lang versmade werk. Hij moest komen proeven en als hij haar complimenteerde, begon haar gezicht, gelijk dat van haar kleindochter na een vordering in het zwemmen, te stralen. Maar het ambacht bleef haar moeite kosten.
"Ik geloof, als je dat niet van jongs af gedaan hebt en bijgehouden, dat je dan nooit meer de vereiste handigheid krijgt." had zij eens zuchtend verklaard "Misschien heb ik mijn dochter aangezet om schoonheidskoningin te worden enkel omdat ik niet wou koken." en op zijn vragende wenkbrauwen: "Met het oog op haar lijn."
Hij bekeek haar en kon zich haar heel goed voorstellen als moeder van een schoonheidskoningin. Zelf zag zij er nog steeds goed uit en had, hoewel zij de sexappeal al jaren geleden had afgelegd, nog iets overgehouden van de vrouw die zich wilde laten zien. Natuurlijk, de schoonheidswedstrijden bestonden in haar jeugd nog niet, maar haar dochter, die zou haar schade inhalen.
"Hoe ver is zij gekomen?" vroeg hij, meer uit behoefte na dat domme verhaal iets te zeggen dan omdat het hem interesseerde."Zij is nooit verder dan Miss Limburg gekomen." antwoordde zij spijtig en hij had moeite niet in de lach te schieten.
Hij kwam op het idee Lisette te leren dansen om haar bewegingen meer harmonisch en minder hoekig te maken. Zij bewoog zich nog als een klein schoolkind. Hij kocht een grammofoonplaat met oude strikte dansmuziek, van Guy Lombardo. Eerst danste hij met haar grootmoeder om Lisette voor te doen wat van haar verlangd werd. Het verraste hem hoe slank en soepel het lichaam van de oudere vrouw nog was. Haar huid mocht dan al verlept en haar spieren verslapt zijn, haar lijf als geheel bezat nog steeds de vormen van jongere jaren. Zij schikte zich willig naar de druk van zijn arm en de buigingen van zijn lichaam. Hij kon merken dat zij veel gedanst had. Zij hing dicht tegen hem aan en liet zich leiden met de onbezorgdheid van een ervaren partner. Ook toen hij voor de grap zijn wang tegen de hare legde, week zij niet terug. Het moest haar vaker overkomen zijn. Ze werden onderbroken door een ongeduldige Lisette die aan hen sjorde omdat zij nu eens met hem wilde dansen. De grootmoeder keek verwonderd op, alsof zij vanuit een andere wereld in deze was teruggezet.
Lisette leerde de quickstep, de Engelse wals, de foxtrot en de rock en bleek, zoals bij het touwtjespringen, een onvermoeibare danspartner. Al was hij na die danslessen gewoonlijk bekaf, hij constateerde met tevredenheid hoe Lisette zich steeds gemakkelijker, gracieuzer, soepeler bewoog.
"Zij is verliefd op U, dat kind." had haar grootmoeder somber opgemerkt "Ze verslindt U met haar ogen, raakt U overal aan en fantaseert over U. U bent haar held. Kijkt U maar uit."
Hij had dat al eerder opgemerkt maar hij had geen zin om zich over de eventuele gevolgen van die gevoelens zorgen te maken.
"Bent U misschien de vader van Lisette?" had de groepsleidster van de school gevraagd. Hij had er een gewoonte van gemaakt het meisje elke dag naar haar school te brengen.
"Jaah!" had Lisette stralend geroepen, voordat hij zelf een antwoord had kunnen geven; hij had moeten lachen en had niets gezegd.
"Het is misschien mijn zaak niet," had de jonge vrouw gezegd, toen zij met hem meeliep nadat hij haar bij de andere kinderen had achtergelaten, "maar U had eerder naar Uw dochtertje moeten omkijken. Ze ziet er nu zo goed uit. Ze gedraagt zich bijna normaal."
De laatste toevoeging had hem ervan doen afzien de groepsleidster beter in te lichten. Hij had zich er een beetje trots op gevoeld dat hij die verbetering tot stand had gebracht.
"Ik wil met je trouwen." had Lisette verklaard en tegelijkertijd had zij haar armen om zijn hals geslagen wat voor hem en voor haar al een vertrouwd gebaar was geworden. De laatste tijd ging zij daarbij bij hem op de knie zitten en wanneer hij stond, duwde zij hem naar de bank of op een stoel. Hij streelde en knuffelde het meisjeslijfje dat nu smal en stevig was geworden, een zwemster, een danseres
"Daar ben je nog veel te klein voor." wierp hij tegen "Ben je vergeten dat je hebt gezegd dat ik je vader was?"
"Ja," antwoordde zij, terwijl zij lang ging zitten nadenken. Hij kon de strijdige gedachten in haar kleine hoofdje, dat zij tegen zijn schouder gelegd had, voelen gonzen.
"Nou goed, Eduard," zei zij eindelijk "je bent mijn pappa tot ik groot ben en dan ga je met mij trouwen."
"Dat is goed." stemde hij toe "Maar tot zolang moet je altijd doen wat ik zeg, anders trouw ik niet met je."
"Natuurlijk." antwoordde zij volkomen overtuigd van de redelijkheid van die bepaling.
Toen hij op een middag thuis kwam, stond Omama, zoals ook hij Lisettes grootmoeder in gedachten was gaan noemen, hem bezorgd en een beetje boos op te wachten. Van boven hoorde hij het meisje hartstochtelijk huilen.
"Wat is er met Lisette?" vroeg hij, een beetje ongerust.
"Ze zegt dat U gezegd hebt dat U met haar gaat trouwen wanneer ze groot is." antwoordde Omama verwijtend. "Hebt U dat tegen haar gezegd?"
Hun verhouding was niet helemaal formeel meer, maar ook nog niet informeel geworden. Met name bij plechtige gelegenheden, zoals wanneer hij zijn wekelijkse huur betaalde, sprak zij hem met meneer en U aan. Hij maakte hieruit op dat zij de zaak ernstig opnam.
"Lisette heeft mij, om zo te zeggen, ten huwelijk gevraagd." legde hij uit "Ik moest wat zeggen. Voordat ze groot is, is ze het al vergeten."
"Dat denkt U maar!" riep Omama heftig "Lisette vergeet nooit een belofte. Ze is goudeerlijk, griezelig eerlijk. Ze houdt van U en U bent dat niet tegen gegaan. U gaat niet met haar om zoals een oom of een grote broer maar U, eh, vrijt met haar."
"Ja, maar het kind heeft het nodig geknuffeld te worden." Wierp hij tegen "Dacht U dat ze zo haar best had gedaan om goed gymnastiek te doen, om te zwemmen, te dansen, en de laatste tijd zelfs om goed te lezen en te schrijven, wanneer ze niet van mij hield?"
De vrouw sloot even haar ogen. Zij legde haar vinger op haar lippen om hem te beduiden niet zo luid te spreken.
"U begrijpt niet wat U bij haar teweeg brengt." zei zij, zacht en heftig "Haar gedrag mag dat van een meisje van acht of negen zijn en haar verstand dat van een kind van zes of zeven, maar ze is veertien. Veertien, ze is ongesteld. Haar gevoelens zijn die van een meisje van veertien misschien wel van vijftien of zestien."
Hij keek de vrouw met haar mooie treurige ogen, haar welgevormde, even met lipstick aangezette, mond verbaasd aan. Hij had gemeend dat zij nooit over haar kleindochter, over het probleem dat haar kleindochter vormde, nagedacht. Hij had alleen naar haar gedrag gekeken, aan haar geest gedacht, maar haar lichaam, dat hij nu al zo vaak betast, gestreeld en omarmd had, had hij nooit goed aangevoeld. Eerst nu herinnerde hij zich dat het kinderlijf, hoe smal en gespierd ook, snel bezig was in een meisjeslichaam te veranderen, met billen, heupen, borsten, met kuiten, en vooral, met een schoot die eenmaal in de maand met bloed overstelpt werd.
Zij had blijkbaar zijn verwarring gezien.
"Weet je, Eduard," zei zij treurig en hij vond het vervelend dat zij juist op dat moment de formaliteit even liet vieren "ik ziebest dat je haar gelukkig maakt. Ze zingt en jubelt heel de dag. Des nachts slaapt ze met een lach op haar gezicht. Ze voelt zich veilig bij je en ik voel dat ook" Zij zweeg even en keek naar haar vingertoppen. "ik heb haar nooit de warmte en de liefde kunnen geven die ze behoeft. Ik geloof dat ik mijn dochter niet alleen verwijt dat zij haar eigen dochter niet bij zich neemt, maar dat ik haar ook verwijt dat ze dat kind gekregen heeft, dat ze er niets tegen gedaan heeft."
Hij keek neer op haar gebogen hoofd en zag dat ook peper- enªzout kleurig haar kan glanzen in het daglicht.
"Ik deed, ik doe het enkel om het geld. Zelf heb ik geen cent. Mijn dochter, of beter haar man, heeft dit huis voor ons gekocht en geeft mij een toelage. Daarvoor doe ik het."
Hij keek haar na terwijl zij de trap opging. Zij was erg slank van achteren, geen grootmoeder, geen vrouw van tegen de zestig of daaromtrent. Opeens verlangde hij erg naar het meisje. Hij volgde haar naar boven. Zij aarzelde even voor de halfopen kamerdeur van het meisje, zag hem een ogenblik verbijsterd aan en liep toen door naar de woonkamer. Hij ging bij het meisje naar binnen en keek neer op haar uitgestrekte hevig schokkende gestalte. Zag tot zijn geruststelling dat het lijfje nog steeds dat van een kind was, maar hield zich meteen voor dat hij misschien zag wat hij wilde zien. Toch slaagde hij erin het meisjeslichaam uit zijn blik weg te dringen en het kinderlijf in zijn armen te nemen. Hij streelde en wiegde haar.
"Ze zeggen dat ik niet met je mag trouwen." snikte zij terwijl zij zich wanhopig aan hem vastklemde.
"Wie zegt dat?" vroeg hij op geruststellende toon waarin hij een wat barse klank probeerde te leggen.
"Eerst een jongen en een ander meisje." fluisterde zij, "Kareltje en Els. En toen de juf. Als jij mijn vader bent, kun je niet met mij trouwen, zeggen ze.
"En wat zei jij toen?" , vroeg hij en moest al glimlachen toen hijzich de heftige woordenwisseling van de grote kleine mensjes voorstelde.
"Nou, dat jij, als ik groot ben, mijn vader niet meer bent."huilde zij met haar gezicht dicht tegen zijn hals. "Dat is toch zo? Dat hadden we toch afgesproken?"
"Ja zeker," knikte hij helemaal gerustgesteld nu "maar dat weten Kareltje en Els en de juffrouw toch niet. Dat is toch een afspraak tussen ons. Dat is ons geheim."
Zij hief een nat betraand, maar nu stralend gezichtje naar hemop. Zij knikte heftig. Zij begreep het. Die domme kinderen, Kareltje en Els, die domme juffrouw; die wisten het immers niet. Die wisten van niets. Toch bemerkte hij dat er iets veranderd was tussen hen, tussen Lisette en hem, tussen haar grootmoeder en hem ook. Iets subtiels. Was het omdat de afspraak, een grap, een uitvlucht van zijn kant, tot een geheim, daarom tot iets van ernst, geworden was? Was het omdat er als het ware een verwachting was geschapen? De volgende dagen, en af en toe ook des nachts, dacht hij erover na maar kon niet duidelijk gewaar worden wat er veranderd was.
"Zullen we samen eten, vanavond?" vroeg hij, met wat vriendelijke spot in zijn stem omdat hij haar zuchtend dralen goed had uitgelegd "Vanwege de grote hitte?" En hij schoot in de lach omdat haar gelaat begon te stralen van plezier. Zij leek opeens veel op haar kleindochter en hij kwam op de gedachte dat Lisette misschien heel mooi zou worden, ondanks, misschien juist door die trek van kinderlijkheid op haar gezicht die zij waarschijnlijk nooit zou kunnen afleggen.
"Joehee!" juichte Lisette die genoeg had gekregen van het touwtjespringen en weer naar de keuken was gekomen "Dan help ik je, Eduard, is dat goed?"
"Je moet meneer Eduard zeggen. Wat heb ik je net gezegd?" berispte de grootmoeder haar, maar zij deed het al niet meer met overtuiging "En ga niet zo op Eduard hangen. Hij heeft het al warm genoeg. Kijk maar".
Zij stak een hand met een spitse vinger uit en raakte daarmee even de vochtige tepel op zijn bezwete borst aan. Hij verstrakte, want het was een van zijn overgevoelige lichaamsdelen en zijn eerste impuls was altijd de onverlaat die zo'n lichaamsdeel ongevraagd beroerde, een klap of een stomp te geven. Misschien zou hij ook ditmaal zo gehandeld hebben wanneer de vrouw door een lachje zou hebben blijk gegeven zijn overgevoeligheid te hebben ontdekt, maar omdat zij zich zonder verder opzien omdraaide en wegwandelde, keek hij haar alleen maar na en merkte hij op dat zij uit haar jonge jaren een zeer sensuele manier van lopen had overgehouden. Toen voelde hij het gewicht van het meisje om zijn hals en liet zich gewillig op een keukenstoel neerdrukken om haar op zijn knieën te nemen. Zij begon hem te knuffelen met heel haar lichaam, met haar handen, haar armen,haar schouders, haar haren en haar gezicht en hij werd onder de stof van haar dunne zomerjurkje haar zwellende borsten gewaar. Ditmaal deed hij geen moeite, misschien omdat hij het daarvoor te warm had, om haar af te weren. Hij liet haar begaan.
"Kareltje zegt," vertelde zij opeens terwijl zij rechtop ging zitten en hem stralend aankeek, "dat als een man van een vrouw houdt, dat dan zijn piemel stijf vooruit gaat staan en dat zo de kindertjes geboren worden."
"Kareltje weet nog niet goed wat hij zegt." antwoordde hij glimlachend "Hij heeft de klok horen luiden maar weet nog nietwaar de klepel hangt."
"De klok ...?" vroeg Lisette verbaasd, maar toen werd zij weer gegrepen door de geheimzinnige gedachtengang waarmee zij bezig was. Zij legde haar wang tegen zijn hals en fluisterde koket: "Houd jij van mij, Eduard?"
"Wat zeg je?" vroeg hij, om tijd te winnen, want hij had heel goed verstaan wat zij fluisterde "Je moet niet zo binnensmonds zitten lispelen, kleintje."
"Houd jij van mij!" riep zij in zijn oor, terwijl zij het, met haar hoofd achterover, uitschaterde; "houd jij van mij, Eduard?!"
Hij schudde haar heen en weer, liet haar op zijn knieën hoppen en maakte haar haren in de war. Hij stootte vreemde geluiden tegen haar uit, opgelucht dat zij vergeten was waarom zij haar vraag eigenlijk gesteld had. Want, met een duistere schrik, was het hem opeens duidelijk geworden, duidelijk geworden door de minieme reactie van zijn lichaam: hij hield van haar, van dat onvolwassen meisje met haar onvolgroeide geest, van dat vertrouwen in hem, in zijn kunnen en weten, van deze spontaniteit en deze trots op hem, haar Eduard, haar aangenomen pappa. Maar midden in hun gierende stoeipartij boog zij zich plotseling voorover en voordat hij haar kon tegenhouden, had zij zijn tepel tussen haar lippen genomen en onderging hij de flitsende steek van haar tong. Hij kreunde, diep en luid, en bleef roerloos zitten. Terwijl zij doorging met zuigen, verborg hij zijn gezicht in haar kroezige krullen en was het liefst in tranen uitgebarsten.
"Je houdt van me. Je houdt van me," stelde zij tevreden vast terwijl zij zich met een warme wang tegen zijn warme schouder vlijde "Ik voel het wel, hoor, Eduard. Je houdt van me."
Hij zag hoe zij haar duim in haar mond stak en stil, ongehinderd door de hitte van zijn lijf, bleef zitten. En hij bleef haar vasthouden, verbijsterd, als een acrobaat de trapeze, al zijn krachten verzamelend om niet te vallen. Hij had het gevoel datLisette, ondanks haar kinderlijke houding, onder zijn handen groeide, opgroeide, uitgroeide, een meisje, een jong meisje, het begin van een vrouw, werd, met de zekerheid van de liefde, van de liefde van een man, in zich, diep in haar geest, nog dieper, in haar ontluikende lichaam.
"Kom," zei hij eindelijk toen hij het gevoel had dat de zon al vele malen haar omgang had volbracht "kom Lisette, we moeten aan het werk. Je zou me helpen. Dus niet zo lui.Zij sprong van zijn knie en meteen weer vrolijk haar kinderwereld in. Zij liep achter hem aan en keek toe hoe hij zijn jeans en een hemd aantrok, volgde hem naar de keuken om de aardappels die hij geschild had, in de bak met water te laten plonzen. Bij tussenpozen plaagde zij hem door een natte hand in zijn nek of op zijn borst te leggen. Toen hij bezig was de brede schotel aardappelsla te garneren met look, radijs en kleine stukjes augurk, waarbij Lisette, met de aandacht die zij altijd had voor zijn handelingen, toekeek, zei hij, na een lange poos van zwijgen, opeens: “Lisette, ik ben de enige man die van je houdt. Begrijp je dat?
"O ja," antwoordde zij zonder na te denken, neerkijkend op zijn bezige vingers "ik mag alleen aan jou komen, alleen op jouw knie zitten." Zij verlegde een paar stukjes augurk. "ik ben alleen van jou."
Hij was gerustgesteld, geheel, want hij had opeens ook beseft welke gevaren dat weerloze meisje bedreigden. Hij wist nu dat zij, zolang zij van hem hield en dat was zolang hij van haar hield, geen andere man zou vragen of die van haar hield. Daarop kon hij vertrouwen want Lisette, met de rechtlijnigheid van haar zwakke geest, kende geen andere gedachten dan die welke zij uitsprak.
De avond bleef heet als de dag al was zijn warmte intiemer door de donkerheid die hij aanvoerde. Ze zaten op het balkon en aten langzaam de koude aardappelen, de frisse sla en de lauwe worstjes met de venijnige mosterd. Lisette proestte het op de meest onverwachte momenten uit zodat haar grootmoeder haar bestraffend begon aan te kijken. Af en toe werd zij een beetje baldadig en probeerde de grote radijzen en augurken in zijn mond te duwen of hield zijn neus dicht wanneer hij zijn bier wilde drinken.
"Val Eduard toch niet steeds lastig, Lisette." riep haar grootmoeder een beetje boos, "Laat hem toch rustig eten en drinken."
"Hij is van mij, hoor Omama." riep Lisette terug terwijl zij opsprong, achter hem ging staan en haar armen om zijn hals sloeg, maar toen zij naar haar grootmoeder keek, voegde zij er guitig aan toe: "En ook een beetje van jou, hoor Omama&qoute;.
De grootmoeder antwoordde niet maar keek haar kleindochter ernstig aan. Met een stil gebaar vatte zij het bierflesje en schonk hem in. Dat gebaar was hem al eerder opgevallen, al wist hij niet precies meer wanneer het de eerste maal was. Het was een gewoontegebaar, meer de uiting van een genegenheid, een diepe genegenheid. Hij bezag de hand die reeds het blauwe aderenpatroon van de ouderdom droeg, maar dat stootte hem niet af, in tegendeel.
Lisette was op de grond gaan zitten en was met haar wang tegen zijn dij in slaap gevallen. De schemer lag als een klamboe over de tuinen en over de daken van de lage huizen. In de onbeweeglijke bomen sjilpten af en toe vogels terwijl beneden inde tuin een onzichtbaar dier rondritselde. Af en toe zeiden ze korte trage zinnen tegen elkaar waarbij haar naam, Hester, hem steeds vertrouwder werd.
"Ze slaapt, Hester," zei hij terwijl hij het meisje zacht door de haren streek "ze moet naar bed."
"Vroeger, voordat jij kwam," vertelde Hester "sliep ze meestal slecht. Ze was altijd bang dat ik zou weglopen." Haar vinger schoof langzaam over de rand van het glas maar zij vermocht er geen toon aan te ontlokken.
"Het is ook een bierglas." constateerde zij, "Het kan alleen met kristallen glazen."
Zij beet op haar lip. "Ik zal altijd voor haar blijven zorgen," sprak zij langzaam, "ik kan echt niet meer zonder haar, maar dat weet ik eerst sinds jij hier bent."
"Wat?" vroeg het meisje slaperig terwijl zij zich tegen zijn been schurkte. "Wat zeg je?"
"Je moet naar bed, kleintje," zei hij terwijl hij haar overeind trok, "je bent helemaal roze van de slaap. Moet ze niet in bad?"
"Laat haar maar vanavond." antwoordde haar grootmoeder, "Ze is zo aan slaap toe. Breng jij haar naar bed dan ruim ik de tafel af."
Hij kleedde haar uit, haar jurkje, haar broekje, meer had zij niet aan. Zij ontroerde hem zoals zij daar zo naakt stond in het licht van de opkomende maan. Hij beefde toch een beetje toen hij haar het nachthemd over de schouders trok. Hij tilde haar behoedzaam op en legde haar in bed. Luchtig drapeerde hij het laken over haar heen. Toen hij stil weg wilde gaan, greep zij zijn hoofd en kuste hem, vol en zonder terughouding, op zijn mond.

"Nee," weerde Hester af, "je hoeft mij niet te helpen. Ik kan het wel alleen af." Zij keek hem peinzend aan. "Je zou nog onder de douche gaan. Kom daarna een kopje koffie drinken, wil je."
Hij stond in de douchecel en liet het warme water over zijn gebruinde lijf stromen. Hij probeerde zich te ontspannen maar voelde aan het bonzen van zijn hart en zag aan de gerichtheid van zijn lid dat hem dat niet zou lukken. Hij wilde niet aan Lisette denken maar zijn onwil prentte haar naakte gestalte steeds duidelijker op de binnenzijde van zijn gesloten oogleden. Hij deed zijn ogen open en poogde vergetelheid te vinden in de aanblik van de vertrouwde dingen, een zeepbakje, een tegelwand, een wastafel met twee glazen, tandenborstel, een kam, het gat in de wasbak; toen viel zijn oog in de lange spiegel en aanschouwde hij zichzelf, Eduard Erman, een goed gebouwde man, middelmatige lengte, donker haar, gebronsd door de zomerzon, getraind door dagelijks lichamelijk werk in de tuin, in de buitenlucht.
"U zult zich hier wel gauw vervelen." had de vrouw van zijn baas gezegd, met enige moeite geaffecteerd pratend "U heeft geen auto maar als U er eens uit wilt, naar de grote stad, dan wil ik U graag rijden."
"Dank U, Madame Bovary," weerde hij af, "ik hoef nooit naar de stad."
"Hoe noem je mij?" vroeg zij verbaasd, haar kleurig opgemaakt gezicht naar hem toekerend, "noem me maar Anna."
Zijn herinnering aan de provinciale schone in haar elegante broekpak was echter niet bij machte het beeld van de naakte witte Lisette uit zijn gedachten te bannen.
"Kareltje zegt dat een man en een vrouw als ze van elkaar houden net zo doen als hondjes," babbelde Lisette vrolijk terwijl zij de radijsjes van de struik plukte en in de bak met water afwaste en op een bord legde, waar hij ze weer van afnam om ze in plakjes te snijden en ze over de schaal met aardappelsla te verspreiden.
"Je moet niet zoveel naar dat vervelende knulletje luisteren, Lisette." zei hij ontevreden. "Die jongen is nog veel te kleinvoor zulke praatjes."
"Is het dan niet zo, Eduard?" vroeg het meisje terwijl zij snel haar arm om zijn middel legde om zijn boze stem te sussen.
"Als jij zegt dat ik niet naar hem moet luisteren, dan doe ik dat niet meer. Maar hij heeft gezegd dat hij jongens en meisjes besluipt die in het gras achter de struiken liggen, en dan ziet hij het."
"Als jij dat maar laat, Lisette, hoor je!" riep hij verschrikt. "Laat Kareltje maar doen wat die wil maar jij doet er niet aan mee. Beloof je dat?"
"Ja," beloofde zij gelaten. "Maar als ik het zie zonder dat ik ernaar kijk" klonk haar stem dromerig. "dat mag toch wel?"
Hij voelde door haar kameraadschappelijke arm rond zijn middel, door de wang die zij tegen zijn borst had gelegd, heen hoe de vrouwelijkheid in haar ontkiemde, zaad schoot. Hij wist wat zo snel in haar omhoog stuwde, te snel, omdat het niet geleid werd door de voorgevormde doorgangen van de puberale geest. Kinderlijke voorstellingen, piekerde hij beangst, in een lichaam op de drempel van de jonkvrouwelijkheid. Haar lichaam weet meer dan haar geest en zou, zo hij dat niet verhoedde, haar gedrag gaan besturen. Hij trok haar bruusk tegen zich aan en keek haar diep in de blauwe ogen.
"Jij kijkt naar niemand, beloof je dat, Lisette?" vroeg hij dringend en meteen bevelend: "Naar niemand, hoor je." En toen, al met schrik bij het uitspreken van de woorden: "Naar niemand, behalve naar mij."
"Ja," fluisterde zij, zijn hals met haar arm beroerend, "dat beloof ik. Alleen naar jou, Eduard, ik ben van jou".

***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website