een column van Bert Boom
Het gezegde behoeft nauwelijks aanvulling; je kent het ongetwijfeld.
Aanvullen is één, de ervaring is een ander paar mouwen.
Zo'n 15 jaar heb ik
gewerkt met een notitietoestel dat alles wat ik invoerde in Braille en spraak
kon weergeven. Het was een apparaat dat vertrok vanuit het brailleschrift, met
daarnaast enkele toepassingen die meer weg hadden van een pc: een eigen
tekstverwerker, adresboek, databank enz. Het had ook een Daisy-speler, maar
die vond ik erg onhandig in het gebruik. Toen ik het ding voor het eerst zag,
hoefde ik niet lang na te denken over de keuze. Klein, licht en dus makkelijk
mee te nemen, een betrouwbare batterij, voldoende ingangspoorten, kortom,
precies waar ik naar op zoek was om autonoom notities te nemen, verslagen te
maken, en natuurlijk te schrijven.
Mijn eerste model had enkel een Braille
toetsenbord. Dat zorgde geregeld voor kleine foutjes die ik nu soms nog
tegenkom. Je laat bij het typen niet altijd alle toetsen exact tegelijkertijd
los, en dat is voor een digitale omgeving schijnbaar belangrijk. Later kwam
daar een apparaat voor in de plaats met een klassiek klavier, zij het dan in
klein formaat, maar om in onze branche te blijven, tot in de puntjes
uitgedacht.
Dit juweeltje heb ik zeer intensief en tot grote tevredenheid
gebruikt, nee, uitgemolken. Het gaf me echt het gevoel dat ik een stukje
achterstand ten opzichte van zienden had teruggewonnen. Hoeveel Braille
documenten heb ik niet gedigitaliseerd. Het heeft me geholpen bij het
samenstellen van een dichtbundel. Wat ik ook mocht doen, het ging allemaal een
stuk makkelijker en vooral sneller, tot… het helemaal niet meer ging. Er moest
dus een ander komen, maar helaas, het wordt niet meer gemaakt wegens te weinig
afzet, en dus te duur.
Wat nu op de markt is, heeft doorgaans alleen een
Brailleklavier. Het is allemaal hoog performant, klein, licht en weet ik veel,
maar je hebt een extern toetsenbord nodig om iets of wat vlot door te typen.
Bovendien wordt er weer beroep gedaan op een ouder wordend geheugen om de
sneltoetsen en combinaties daarvan te leren. De keuze was dus snel gemaakt;
het werd een laptopmodel met Braille- en spraakfaciliteiten, iets groter dan
wat ik eerst had. Het toetsenbord is een egale rechthoek; de toetsen zijn
weliswaar redelijk goed gescheiden, maar het is een alfanumeriek klavier
zonder apart nummerblok. O ja, voor ik het vergeet, een scherm heeft het ook
niet.
Het is een fraai apparaat, dat moet ik zeggen. Ermee werken gaat
allesbehalve fraai door de vlakheid van het klavier; dat ligt uiteraard ook
aan deze gebruiker.
Hoe los je zoiets dan op? Jawel, door een extern
klavier aan te sluiten zoals bij de laptop mét scherm. Handig toch dat ze
bestaan: zonder meer een passende verbetering bij de verandering.
***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website