een verhaal van Alex den Ouden
uit de bundel 100 Bizarre Vertellingen
Dit verhaal is aangedragen door Joke Clazing, die een goede band met de (inmiddels overleden) schrijver heeft gekend en heeft meegewerkt aan diens initiatieven op diverse gebieden van kunst, ook qua integratie van kunsren.
Boekenwurm had de respectabele leeftijd van 75 jaren bereikt en dat was voor het
Regionale Dagblad aanleiding voor een interview. Onder het genot van een kopje
thee met als versnapering een klein dichtbundeltje, begon Boekenwurm te
vertellen.
“Ik heb in mijn lange leven heel veel boeken gelezen en
vervolgens leeg gegeten, nee, eigenlijk gingen die twee altijd samen. Ik las al
kauwend zo gezegd.”
“In mijn jeugd at ik Karl May boeken bij de vleet, en
die serie van Willy van der Heide. Dat was spannend, daar gingen mijn kaken
steeds sneller van werken. En als ik dan een boek leeg had, dan moest ik gelijk
aan het volgende deel beginnen. Ja, je kunt wel zeggen dat ik aan avontuur
verslingerd was.”
“De hele Leesbibliotheek waar ik toen huisde heb ik zo
geledigd. Als ik aan die tijd terug denk, al dat avontuur, die spanning ....”
“Ach ja, je bent jong en de wereld staat wijd open voor ontdekkingen. Soms
was het wel moeilijk om netjes katern na katern te eten. Je wilde de afloop van
een verhaal weten. Dat heb ik afgeleerd, want als je begint bij het eind, komt
er geen eind aan het begin.”
Hij schudt zijn wijze oude hoofd.
“Maar dat is lang geleden. Toen de Leesbibliotheek helemaal leeg was en de
eigenaar in tranen, ben ik verhuisd. Ik ben geen Regenwurm.”
“Ik ben toen
naar een Wetenschappelijke Bibliotheek gegaan. Wat hadden ze daar een zware
kost, mijn spijsverteringsorganen groeiden met de dag en met elke titel die ik
verwerkte. Stel je voor: Uhlmann in 35 delen. En dan de Encyclopedieën.”
Boekenwurm glimlacht bij de herinnering. Wat weemoedig vervolgt hij.
“Je
kan wel zeggen, dat ik daar alle kansen had om te studeren. Ik werd bevangen,
nee, gegrepen door een wetenschappelijke nieuwsgierigheid, die ik nooit verloren
heb. Ik begon daar bij de Tabellenboeken. Ik kan ze nog dromen, die Tafels.
Zeven maal dertien is 91; acht maal .... Toen kwam ik bij de sinus, cosinus,
tangens, cotangens terecht. Oh wat was dat een heerlijke tijd. Zo ritmisch, zo
logisch, zo systematisch. Ik heb daar nachtenlang staan swingen. Was gewoon
high.”
“Daarna kwamen de Functies, eerst de Besselse. Dat was in de
Afdeling Wiskunde en ik moet bekennen, dat ging me boven het hoofd. Ze lagen
gewoon als een blok in mijn maag. Ik ben toen overgestapt naar de
Ingenieurswetenschappen en dat was een gouden greep. Alles wat ik daar tegenkwam
was positief: bouwen en uitbouwen. Het was een belangrijke fase in mijn leven.
Een zware verantwoordelijkheid. Stel je voor, al dat bouwen en ik druk bezig
alles weg te eten. Ja, echt bijzonder.”
Met emotie in de stem en nog
steeds bozig, gaat Boekenwurm verder.
“Toen besloten die idioten de W.B.
te sluiten. Alle boeken (die nog resteerden na mijn activiteiten) werden
verpulpt. Het scheelde een haartje of ik was ook de pulp in gegaan. Gelukkig kon
ik net ontsnappen. Ineens was ik dakloos.”
“Ik ben toen een paar weken
bij een neef ingetrokken. Die zat toen in de Damesromannetjes. Die bevielen me
niet, al dat gekeuvel, geklets, gezever. Valse emotie en totaal leeg. Ik was in
no time door zo'n romannetje heen – ik ben geen Houtworm – en absoluut niet
bevredigd.”
“Daarna kwam ik in de Literatuur terecht. De Grote
Literatuur, bedoel ik. Filosofen, romanciers van gewicht, diepgaande werken die
me aan het denken zetten. Daar heb ik lange tijd mijn hart op kunnen halen.
Zulke Literatuur moet je langzaam genieten. Ik heb toen geleerd te herkauwen. Er
over peinzen, genieten van de subtiliteit en het brede overzicht. Fantastisch.
En alles in fraaie Prachtband. Dat was wel jammer. Ik heb een keer zo'n band
geprobeerd, maar het goud-op-snee was echt niet te verteren.”
Boekenwurm
is zijn hele leven vrijgezel gebleven.
“Er was nooit tijd voor de
vrouwtjes. Eerlijk gezegd wist ik nooit waar ik het met hen over moest hebben.
Ik stond gewoon met mijn bek vol tanden, werkeloos.”
“Gezien mijn
occupatie kon het meer lichtzinnige mij niet boeien. Ooit, op vakantie, ben ik
begonnen aan De seksueel actieve vrouw brrrr en al bij de eerste seksscenes
moest ik kokhalzen. Ik kon echt niet verder.”
“Tja en toen kwam de Kunst
in mijn leven. Daar ben ik nog steeds mee bezig. Als je ouder wordt, nemen je
behoeftes af. Ik heb nu minder boekenhonger dan vroeger. De Kunstboeken geven
minder taal en meer beeld. Daar eet ik zorgvuldig omheen, dat spaart me de
indigestie.”
Het gesprek heeft Boekenwurm vermoeid. Zijn ogen sluiten
zich, in een weemoedige droom. Terugkijken op je leven en je grootse daden is
dan ook vermoeiend. Zonder Boekenwurm wakker te maken, verlaten wij zijn
appartementje. Een laatste blik op zijn boekenplanken: volkomen leeg, zoals het
hoort.
***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website