een verhaal van Jean Bos
De engel Gabriël had samen met zijn collega Beraja lange tijd doorgebracht in aardse sferen. Het was tijd om weer naar huis te gaan; hun taak zat erop. Alle mensen die op de hoogte moesten worden gebracht van de komende gebeurtenissen, hadden hun boodschap ontvangen. De reacties waren niet allemaal even gunstig, maar dat zou Gabriël een zorg zijn. Hij was alleen maar de boodschapper.
Toch bleef er iets knagen in zijn binnenste. Hij deed al eeuwenlang dienst, maar wat hij nu had meegemaakt was op z'n zachtst gezegd opmerkelijk. Daarbij kwam dat men hem van daarboven een bericht had gestuurd: 'Je wordt onmiddellijk bij thuiskomst bij je overste verwacht’. Wat had dat te betekenen?
Onzeker over wat hem te wachten stond betrad hij de zaal van Lemuël. Deze was druk bezig met het opstellen van orders voor de engelen van lagere rang. Maar toen hij Gabriël zag, wees hij hem met een kort handgebaar een zetel aan om plaats te nemen.
'Daar ben je dan weer'.
De woorden van Lemuël waren afgemeten en zakelijk.
Gabriël ging zitten en antwoordde heftiger dan zijn bedoeling was:
'Ja, eindelijk, na zo lang. En eerlijk gezegd, ik heb nooit hoogte kunnen krijgen van het mensenras. Maar na de ervaring van déze zending begrijp ik ze helemaal niet meer'.
'En wat heeft je dan zo van streek gemaakt? Wat is het dat je niet begrijpt'?
'Wel, Lemuël
'
Onmiddellijk viel deze hem in de rede:
'Vergeet je plaats niet, Gabriël; voor jou ben ik overste Lemuël'.
'Neemt u me niet kwalijk overste; schrijf dat maar toe aan mijn verwondering'.
'Mogelijk, maar meer dan waarschijnlijk heeft dit verband met je lange verblijf in het gebied van de aarde. Maar terzake nu; mijn tijd is weliswaar eeuwig, maar desalniettemin kostbaar. Je hebt je opdracht toch naar behoren vervuld, mag ik hopen'?
'Zeker wel overste. Maar daar ligt juist de oorzaak van mijn verbazing'.
'Je maakt me nieuwsgierig'.
'Wel, zoals afgesproken ben ik eerst bij die priester geweest, Zacharias. Ik vertelde hem dat zijn vrouw een zoon zou krijgen, en stel je voor, hij geloofde me niet. Naar zijn zeggen waren zijn vrouw en hij daarvoor te oud geworden'.
'Een heel menselijke reactie, vind je niet? Ze hebben hun leeftijd niet mee’.
'Dat is waar, maar van een priester mag je toch iets meer geloof verwachten. Toen ik bij hem kwam, deed hij dienst in de tempel. Niemand anders mocht daarbij aanwezig zijn; hij kon dus weten dat ik een gezant van de Allerhoogste was. Volgens mijn opdracht had ik dus geen andere keuze dan zijn twijfel te beantwoorden met het wegnemen van zijn spraak'.
Dan was het heel anders met Maria, het jonge meisje dat ik enkele maanden later moest bezoeken in Nazareth. Ook haar mocht ik vertellen dat ze een zoon zou krijgen. Bij haar bespeurde ik niet de minste twijfel, ook al was ze nog niet officieel getrouwd. Ze vroeg alleen hoe alles in zijn werk zou gaan. Toen ik het haar had uitgelegd, zei ze dat het maar moest gebeuren zoals ik had gezegd'.
Lemuël legde zijn gouden pen neer en keek Gabriël met een brede glimlach aan.
'Geweldig nieuws', zei hij, 'het beste sedert vele eeuwen. De mensheid gaat spannende tijden tegemoet, Gabriël. Maar ga verder met je verslag. Hoe heeft je assistent Beraja het ervan afgebracht? Voor hem was het immers de eerste opdracht op aarde'.
'Wel, hij moest naar die man toe gaan, Jozef. Die was van plan zijn verloofde in de steek te laten, maar toen Beraja hem vertelde hoe de vork in de steel zat, geloofde hij hem direct. Beraja was hierover behoorlijk opgetogen. Maar ik heb ze gezien, de mannen die vernamen dat hun verloofde zwanger was zonder dat zij daar ook maar iets mee te maken hadden. Dat zijn drama's overste, en niet zelden met dodelijke afloop. Maar Jozef leek vrede te nemen met het feit dat de Geest van de Allerhoogste deze zwangerschap bewerkstelligd had'.
'Verbaast je dat, Gabriël? Hij weet toch wie Hij voor gelegenheden als deze uitkiest'.
'Dat is waar overste, maar ik heb me nog nooit zo verwonderd als bij deze zending'.
Het bleef een hele poos stil voordat Lemuël weer het woord nam.
'Hoe lang ben jij al boodschapper op aarde, Gabriël'?
Zoals hij gewoon was bij het nadenken, liet Gabriël zijn vleugels enkele malen langzaam op en af gaan, wat een zacht geruis veroorzaakte.
'Dat moet al een hele poos zijn. Zo herinner ik mij dat ik naar de profeet Daniël gezonden werd en de strijd die ik had om de boodschap over te brengen die me was opgedragen. Dat is toch al enkele menseneeuwen geleden. Mag ik er ook bij zijn als de grote Koning geboren wordt'?
Lemuël wachtte even met zijn antwoord.
'Neen Gabriël. Ik ben net bezig de orders te schrijven voor de engelen die dit gebeuren moeten begeleiden; het zijn er nogal wat. Enkelen zullen nog een poos na deze geboorte in aardse sferen moeten blijven. Deze keer zullen we van jouw diensten geen gebruik maken. Eigenlijk is het zo dat vorst Michaël en ik het over je gehad hebben'.
'Vorst Michaël? Is het onbeleefd te vragen wat jullie onder elkaar besproken hebben'?
'Zeker niet. De vorst zei me dat hij een beetje ongerust is over jou. Misschien ben je langer op aarde geweest dan goed voor je is, dat suggereerde ik al. Hij wil je graag aan zijn staf toevoegen en vroeg me of ik je daarvoor wilde vrijmaken. Niet nodig te zeggen dat een verzoek van iemand als hij niet zomaar geweigerd kan worden'.
'Heeft hij ook verteld wat hij dan van me verwacht'?
'Het komt hierop neer dat je het optreden van enkele legerdivisies zou coördineren; maar daarvoor zul je eerst uitgebreide instructies krijgen van de vorst zelf'.
'Dat is een hele eer, overste, maar het betekent natuurlijk alweer strijd, en helaas ook vertrek uit uw dienst'.
'Ja man, strijden en boodschappen overbrengen, dat hoort nu eenmaal tot onze core business. En wat dat afscheid betreft, de afstanden zijn hier wel groot, maar we treffen elkaar ongetwijfeld weer bij een of andere vergadering of plechtigheid'.
Op Gabriëls aangezicht verscheen de stralende glimlach die hem zo geliefd maakte bij zijn confraters.
'Core business! U bent blijkbaar goed op de hoogte van het menselijk spraakgebruik, of beter gezegd van hun drang om afgezaagde clichés te blijven gebruiken'.
'Wij blijven bij de eeuwigheid; dat zou je toch moeten weten. Maar goed, ik heb vorst Michaël gezegd dat ik je naar hem toe zou sturen zodra we hier klaar waren. En aangezien ons gesprek afgerond is, zou ik zeggen: Ingerukt, mars! Stel me niet teleur Gabriël, zorg dat ik trots op je kan zijn. En, nog dit, ik verwacht heel snel een uitgebreid verslag van wat jullie daar beneden gedaan hebben'.
'Dat komt in orde, overste; en u mag er zeker van zijn dat ik mijn wierookgeurige best zal doen'.
Gabriël stond geruisloos op en verliet het vertrek op weg naar de volgende afspraak. Inmiddels zat Lemuël alweer diep over zijn stapel goudpapier gebogen.
***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website