Mijn ronde schijven
maken weer muziek.
Ze draaien gestaag,
naald in
de groef,
snelheid constant,
juist ingesteld.
Vinyl is terug,
de
cd, die blijft.
Kopers wensten,
aanbieders kwamen.
Techniek alleen
wijst niet de weg.
Het kan nog van drummen komen,
van heerlijk roffelen, van geweldig
tekeer gaan op gespannen vellen,
terwijl snaren stevig reflecteren.
Ja zeker, van trommels komt geluid,
durend slaan stokken heftig neer,
een
lieve lust maakt klappen hard,
zin in leven ktijgt in ritme weerklank.
Ik zoek nog ruimte, ruimte voor herrie,
waar ik drummen kan, mijn maat
slaan,
mijn spieren ritmisch weet aan te sturen,
met mijn voet al
oefenend de grote trom.
Te denken aan wie
kerstmis missen,
niet omarmd worden,
niet mogen
ontvangen.
Te denken aan wie
geweld moeten ervaren,
geen woning
meer hebben,
steeds in ontberingen leven.
Te denken aan wie
nog
geen uitweg kunnen zien,
vechten tegen bittere armoede,
geen kansen op
scholing krijgen.
Te denken aan wie
angstig in schuilkelders
verblijven,
onwetend zijn over geliefden,
pijnlijk bezorgd zijn over
kinderen.
Te denken aan wie wij zelf zijn,
hoe wij in de wereld
staan,
steeds maar om ons heen kijken,
blijven kijken, schaamte
wegwuiven.