Hieronder vind u de tekst van de statuten, zoals deze sinds de wijziging de dato 28 juni 2005 luidt. De wijziging betrof de naam en de doelstelling van de stichting.

Statuten van Stichting Dr. Alam Darsono


Naam

Artikel 1
De stichting draagt de naam STICHTING Dr. ALAM DARSONO.

Zetel

Artikel 2
Zij heeft haar zetel te 's-Gravenhage.

Doel

Artikel 3
1. De stichting heeft als doel:
a. het bevorderen van literaire belangstelling onder visueel-gehandicapten;
b. het bevorderen van publicaties van visueel-gehandicapten;
c. het bevorderen van publicaties van literaire vrienden van visueel-gehandicapten
d. het mogelijk maken van publicaties die voor visueel-gehandicapten van belang kunnen zijn
e. het beheren en (doen) uitgeven van het werk van Alam Darsono.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. fondswerving;
b. het vestigen van aandacht op het werk van visueel-gehandicapte auteurs
c. het bevorderen van contacten tussen visueel-gehandicapte schrijvers en dichters onderling en tussen visueel-gehandicapte auteurs en geïnteresseerden voor hun werk.
3. Uitgesloten van het doel is het doen van uitkeringen aan de oprichters van de stichting of aan hen die deel uitmaken van organen van de stichting.

Artikel 4
De stichting kent buiten het bestuur geen personen die als lid of onder andere naam zeggenschap hebben. Wel kan de stichting trachten natuurlijke of rechtspersonen bereid te vinden zich als donateur tot het geven van periodieke bijdragen te verplichten.

Bestuur

Artikel 5
1. De stichting wordt beheerd door een bestuur, dat uit tenminste vijf personen bestaat. Zij zijn de bestuurders.
2. De bestuurders worden voor onbepaalde tijd aangewezen en benoemd door de zittende bestuursleden.
3. Indien het aantal bestuurders tot beneden het minimum van vijf is gedaald, blijven de nog functionerende bestuurders, mits niet minder dan twee in getal, niettemin een wettig bestuur vormen.
4. Indien te eniger tijd geen of slechts één bestuurder in functie is, kunnen (kan) bij gebrek aan voorziening in de vacatures twee tijdelijke respectievelijk één tijdelijke bestuurder worden aangewezen door de Rechtbank te 's-Gravenhage op verzoek van de meest gerede verzoeker, die volgens het oordeel van de rechtbank tot het doen daarvan een gegronde reden heeft. De functie van een alsdus aangewezen tijdelijk bestuurder neemt een einde zodra wederom twee bestuurders zijn benoemd.
5. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De laatstgenoemde functies kunnen door één persoon vervuld worden.
6. Het bestuur is zodanig samengesteld, dat de meerderheid wordt gevormd door visueel-gehandicapte bestuurders. Slechts in de gevallen genoemd in het derde en het vierde lid van dit artikel kan hiervan worden afgeweken.

Einde bestuursfunctie

Artikel 6
1. Een bestuurder kan te allen tijde door een unaniem besluit van de andere bestuurders worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Aftredende bestuurders zijn, behoudens het bepaalde in het laatste lid van dit artikel, te allen tijde herbenoembaar.
3. De functie van een in enige kwaliteit benoemd bestuurder eindigt bij het verlies van die kwaliteit.
4. De functie van bestuurder eindigt voorts door overlijden, door bedanken en door ontslag bij de Rechtbank, overeenkomstig het bepaalde in artikel 298 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Een door de Rechtbank ontslagen bestuurder kan niet opnieuw tot bestuurder worden benoemd.

Bestuurstaak en vertegenwoordiging

Artikel 7
1. Het bestuurd behartigt de belangen van de stichting in de ruimste zin des woords en is binnen de grenzen van deze statuten bevoegd alle daden van het bestuur en beschikking te verrichten, die het voor de verwezenlijking van het doel nodig acht en is derhalve ook bevoegd tot het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verwerven, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling van een schuld van een derde verbindt.
2. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd.
a. hetzij door de voorzitter alleen
b. hetzij door twee andere bestuurders tezamen Een en ander laat onverlet de bevoegdheid van het bestuur om voor bepaalde gevallen speciale vertegenwoordigingsvoorzieningen te treffen.

Bijeenroeping bestuursvergaderingen

Artikel 8
1. Het bestuur wordt ter vergadering bijeengeroepen door de secretaris of de voorzitter zo dikwijls als deze zulks nodig acht, alsmede binnen zeven dagen nadat ten minste twee bestuurders de wens tot het houden van een vergadering schriftelijk en met vermelding van te behandelen agendapunten aan de voorzitter of de secretaris hebben doen toekomen.
2. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de bestuurders.
3. De oproepingstermijn bedraagt tenminste zeven dagen. De dag van oproeping en die van de vergadering worden niet meegerekend.
4. De oproeping gaat vergezeld van een agenda.
5. Buiten vergadering kunnen schriftelijke besluiten worden genomen. Deze besluitvorming dient unaniem te geschieden.
6. Zolang in een bestuursvergadering alle bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen derhalve mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift met betrekking tot de bestuursvergadering niet in acht genomen.
7. Alle bestuursbesluiten worden op schrift gesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Bestuursvergaderingen

Artikel 9
1. De bestuursvergaderingen worden in Nederland gehouden op een plaats die qua bereikbaarheid geen bijzondere bezwaren oplevert.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt de jaarvergadering gehouden. In deze bestuursvergadering komen aan de orde:
a. het jaarverslag en de in artikel 11 bedoelde financiële jaarstukken;
b. voorziening in eventuele vacatures;
c. voorstellen die worden aangekondigd in de oproeping.
3. De bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter. Ontbreekt deze dan voorziet de vergadering zelf in het voorzitterschap.

Besluitvorming door de bestuursvergadering

Artikel 10
1. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen is bindend. Zulks geldt zowel voor een schriftelijk als voor een mondeling voorgelegd besluit.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet schriftelijk of hoofdelijk geschiedde, één aanwezige bestuurder dit verlangt.
3. Voor zover deze statuten en de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de bestuursvergadering genomen bij volstrekte meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, vindt een tweede stemming tussen de kandidaten plaats. Als dit wederom geen volstrekte meerderheid heeft opgeleverd, vinden herstemmingen plaats. Indien na de herstemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot.
6. Als de stemmen staken bij een voorstel dat niet de verkiezing van personen betreft, dan is dit niet aangenomen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter schriftelijke stemming gewenst acht of één der bestuurders zulks verlangt.
8. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij één der aanwezige bestuurders hoofdelijke stemming verlangt.

Financiëel beheer

Artikel 11
1. Het boekjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar financiële rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Voor één juli na afloop van ieder boekjaar worden door het bestuur een balans en een verlies en winstrekening over het afgelopen jaar opgemaakt. Deze jaarstukken worden, na accoordbevinding, door alle bestuurders ondertekend en gaan vergezeld van een verslag, waarin de stand van zaken en de activiteiten van de stichting in het boekjaar worden beschreven.
3. Het bestuur kan een extern deskundige aanwijzen ter controle van de jaarstukken.
4. Het bestuur is verplicht de jaarstukken en de daarop betrekking hebbende bescheiden tenminste tien jaar te bewaren. 5. Tot het doel van de stichting worden, tenzij het bestuur een besluit neemt als bedoeld in het achtste lid van dit artikel, slechts aangewend de opbrengsten uit het fonds-kapitaal van de stichting, alsmede de ontvangen baten, hoe ook genaamd, die niet bedoeld zijn om als kapitaal te worden aangemerkt.
6. Indien over een boekjaar de voor de verwezenlijking van de doelstelling der stichting beschikbare gelden slechts gedeeltelijk daartoe zijn aangewend, reserveert het bestuur het niet gebruikte saldo voor toekomstige verwezenlijking van de doelstelling. Slechts in geval van kennelijk nodeloos reserveren kan het bestuur besluiten tot toevoeging van het saldo aan het kapitaal.
7. Het bestuur is vrij in het beleggen van het kapitaal van de stichting.
8. Het bestuur kan ter verwezenlijking van de doelstelling slechts het fondskapitaal van de stichting aanwenden, indien twee-derde der bestuurders daartoe besluit.

Statutenwijziging

Artikel 12
1. Veranderingen in deze statuten kunnen slechts plaatsvinden door een besluit in een bestuursvergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat statutenwijziging wordt voorgesteld.
2. Ten minste veertien dagen voor de bestuursvergadering waarin behandeling plaatsvindt, moet het wijzigingsvoorstel op schrift en in de tekst zoals deze wordt voorgelegd aan de bestuursleden worden toegezonden.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten behoeft ten minste twee-derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee-derde van de bestuurders aanwezig is. Als niet twee-derde van het bestuur aanwezig is, kan binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden worden, waarin over hetzelfde wijzigingsvoorstel, ongeacht het aantal aanwezige bestuurders, kan worden besloten. Alsdan kan het besluit tot statutenwijziging worden genomen met een meerderheid van twee-derde der geldig uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging moet, op straffe van nietigheid, bij notariële akte tot stand gebracht worden. Iedere bestuurder is bevoegd tot het doen verlijden van de akte.

Ontbinding

Artikel 13
1. Als het bestuur tot het oordeel geraakt, dat het doel van de stichting niet of onvoldoende kan worden verwezenlijkt, kan het tot de noodzaak van ontbinding concluderen. Een besluit tot ontbinding kan slechts genomen worden overeenkomstig de in het vorige artikel genoemde procedure.
2. In geval van ontbinding geschiedt de liquidatie door de ten tijde daarvan fungerende bestuurders. Met betrekking tot de liquidatie behouden de statuten ook ten aanzien van de benoeming in bestuursvacatures overeenkomstige toepassing.
3. Het na voldoening van alle schulden resterende vermogen wordt, op een door het bestuur juist te achten wijze, bestemd voor een doel, dat zoveel mogelijk in overeenstemming is met de doelstelling van de stichting.

Artikel 14
In alle gevallen waarin de statuten niet voorzien, besluit het bestuur. Deze statuten en de wet dienen daar bij in acht te worden genomen.

***
terug naar de beginpagina van de website